Leesvaardigheid

Wat weten we al over leesvaardigheid? Denk aan strategieën, soorten teksten, soorten vragen, tips&tricks...
1 / 25
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat weten we al over leesvaardigheid? Denk aan strategieën, soorten teksten, soorten vragen, tips&tricks...

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Training Leesvaardigheid
Allemaal trucjes

Slide 3 - Diapositive

Hoe ga ik om met onbekende of moeilijke woorden in een leestekst?

Slide 4 - Question ouverte

UNKNOWN WORDS
Lees over onbekende woorden heen, concentreer je niet op wat je niet begrijpt, maar juist op wat je wél begrijpt.

Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen en kan je deze niet uit context raden? Maak dan gebruik van je woordenboek.

Dit kost veel tijd. Zorg dus dat je keuzes maakt in welke woorden belangrijk zijn en welke niet.

Slide 5 - Diapositive

WOORDENBOEK
Een woordenboek vermeld alleen de basisvorm. Voor werkwoorden geldt dat alleen het hele werkwoord is opgenomen en voor zelfstandige naamwoorden alleen de enkelvoudige vorm.


He sided with the winner. 

Je wilt het woord sided opzoeken, dus zoek je side (sided  is de verleden tijd)

Slide 6 - Diapositive

I drew a picture of him. (drew)

Zoekterm:
A
Drew
B
Draw
C
Drawn
D
Drawing

Slide 7 - Quiz

The sides of the square are equal. (sides)

A
Sides
B
Side

Slide 8 - Quiz

UNKNOWN WORDS
Welke betekenis moet ik nemen?

  • bepaal met welke woordsoort je te maken hebt. Side als zelfstandig naamwoord heeft een hele andere betekenis dan side als werkwoord.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

LINKING WORDS
Signaalwoorden zijn belangrijk, omdat ze je helpen de structuur van een tekst beter te begrijpen. Ze geven namelijk een verband aan.


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
However
For example
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 23 - Question de remorquage

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 24 - Quiz

Oefenen, oefenen, oefenen
Wil je nou extra oefenen met leesvaardigheid?
Ga naar examenblad.nl of readtheory.org

Slide 25 - Diapositive