Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Commercieel blok 8
Personeel, verkopen en afrekenen
Slide 1 - Diapositive
Functies van de kassa
Een kassa heeft verschillende functies en mogelijkheden, denk aan:
rekenfunctie
bewaarfunctie
registratiefunctie
controlefunctie
informatiefunctie
Slide 2 - Diapositive
Rekenfunctie
De kassa is een grote rekenmachine. De kassa kan optellen, aftrekken en vermenigvuldigen.
De kassa rekent uit hoeveel er betaald moet worden en hoeveel wisselgeld er teruggegeven moet worden.
Slide 3 - Diapositive
Bewaarfunctie
In de kassa bewaar je het geld. Deze lade is zo ingedeeld dat je alle munten en biljetten netjes kan bewaren en je hoeft niet lang te zoeken naar het juiste wisselgeld.
Kassa's waar je alleen maar met pin mag betalen hebben deze bewaarfunctie niet.
Slide 4 - Diapositive
Registratiefunctie
Alles wat je op de kassa aanslaat wordt geregistreerd (en onthouden). Je kunt die informatie later weer opvragen, zodat je kunt zien wat je hebt verkocht en hoeveel er nog op voorraad is.
Ook kun je met sommige kassa's de naam en adres van klanten registreren.
Slide 5 - Diapositive
Controlefunctie
Een kassa registreert en onthoudt alles wat je aanslaat. Zo kun je later controleren of er het juiste bedrag in de kassa zit of dat er fouten zijn gemaakt (en door wie).
Slide 6 - Diapositive
Informatiefunctie
De kassa geeft informatie. Omdat de kassa alles registreert en opslaat, kun je later deze informatie opvragen. Zo kun je zien welke artikelen je verkocht hebt, hoeveel de klanten betaald hebben en door welke medewerker ze geholpen zijn.
Als de klantgegevens ook in de kassa zijn geregistreerd, kun je zelfs per klant informatie uit de kassa opvragen.
Slide 7 - Diapositive
Afromen
Het te veel aan geld uit de kassa halen en in een
afroombox of kluis doen.
Door af te romen heb je niet te veel geld in de lade. Bij een overval kan er niet te veel geld meegenomen worden.
Slide 8 - Diapositive
Afstorten
Geld uit de kluis naar de bank brengen, waarna het op de rekening gestort wordt.
Slide 9 - Diapositive
Kassa opmaken
Het geld tellen, de kassaopmaakstaat
invullen, kasverschillen vaststellen en
verantwoorden aan het einde van de dag.
Dit wordt gedaan om twee redenen:
- lade klaarmaken voor de volgende dag
- omzet bepalen
Slide 10 - Diapositive
Kassa check-out
Aan het begin van de dag maak je de kassa gebruiksklaar. Dit wordt de kassa check-out genoemd. Je let op het volgende:
Zit de kassarol in de kassa?
Ligt bij de kassa een reserve kassarol?
Zit de geldla in de kassa?
Zit er voldoende wisselgeld in de geldla?
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Artikelkennis
Een verkoper moet veel weten over de producten die hij verkoopt, zo kan hij de klant goed adviseren.
Alles wat een verkoper over een artikel weet, noem je artikelkennis. Er zijn drie vormen van artikelkennis:
praktische artikelkennis
technische artikelkennis
commerciële artikelkennis
Slide 13 - Diapositive
Praktische artikelkennis
Bij praktische artikelkennis gaat het om de basiskennis van het artikel, dus de basiskennis over:
de prijs
het merk
het type
het gebruik
Slide 14 - Diapositive
Technische artikelkennis
Bij technische artikelkennis gaat het om specialistische kennis van het artikel, dus specialistische kennis over:
materiaal
technische mogelijkheden
onderhoud
Slide 15 - Diapositive
Commerciële artikelkennis
Het gaat hier om verkoop bevorderende kennis van het artikel, dus verkoop bevorderende kennis over:
prijs-kwaliteitverhouding
acties/aanbiedingen
trends
de hoeveelheid winst op een artikel
levering en levertijd
garantie en service
Slide 16 - Diapositive
Samenvatting artikelkennis
Praktische artikelkennis; basiskennis over bijv. de prijs, het merk, het type en het gebruik.
Technische artikelkennis; specialistische kennis over bijv. het materiaal, technische mogelijkheden en het onderhoud.
Commerciële artikelkennis; verkoop bevorderende kennis over bijv. acties, trends, winst, levering en levertijden, garantie en service.
Slide 17 - Diapositive
Consumentenprijs
Brutowinstmarge is een percentage, bijv. 60%.
Btw is ook een percentage, 9% of
21 %.
Een ander woord voor de bruto verkoopprijs is de consumentenprijs.
inkoopprijs
brutowinstmarge
+
netto verkoopprijs
btw
+
bruto verkoopprijs
Slide 18 - Diapositive
Psychologische prijs
Psychologische prijzen hebben als doel het artikel goedkoop te laten lijken.
€ 24,95 lijkt veel minder dan € 25,00.
Als de 95 cent dan ook nog kleiner wordt afgebeeld, ziet de klant vooral 24 staan en lijkt het nog goedkoper.
€ 25,00
€ 24,95
€ 24,
95
Slide 19 - Diapositive
Psychologische prijs
Ook de onderstaande afbeelding is een vorm van psychologische prijs. De oude prijs wordt doorgestreept en daarbij komt de nieuwe/lager prijs te staan.
Slide 20 - Diapositive
Bodemprijs en adviesprijs
Een bodemprijs is de laagste prijs die je als winkelier voor een artikel mag vragen. Je mag als winkelier nooit onder de bodemprijs komen.
De adviesprijs is de prijs die de fabrikant voor dat artikel heeft aangegeven. Als winkelier mag je hier van afwijken.