4) tekstdoelen, tekstsoorten, beeld bij tekst, kernzin, hoofdzaak, bijzaak

Nederlands Lezen en Luisteren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands Lezen en Luisteren

Slide 1 - Diapositive

Tekstdoel?

Slide 2 - Question ouverte


Tekstdoel?

Slide 3 - Question ouverte


Tekstdoel?

Slide 4 - Question ouverte

Tekstdoel?

Slide 5 - Question ouverte

Er zijn meerdere tekstdoelen.
Welk tekstdoel heeft een geboortekaartje?

Slide 6 - Question ouverte

Tekstsoort en tekstvorm
Tekstdoelen
Tekstsoorten
Tekstvormen
Informeren
Informatieve teksten
Nieuwsbericht/schoolboek/geboortekaartje
Instrueren/uitleg geven
Instruerende tekst/uitleggende tekst
Recept/handleiding
Activeren/tot handelen aansporen
Activerende teksten
Advertentie, folder, oproep
Amuseren
Amuserende teksten
Verhaal, liedtekst, strip, leesboek

Slide 7 - Diapositive

TIP!
Tekstvorm en tekstsoort worden vaak door elkaar gehaald.

Ezelsbruggetje = tekstVorm heeft een V van Voorbeeld. Tekstvorm is dus een VOORBEELD van een tekst, zoals een boekbespreking of een verhaal.

Slide 8 - Diapositive

Waaraan zie je dat dit een
aansporende tekst is?
Noem minimaal twee dingen.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Waarom gebruikt de schrijver deze afbeeldingen bij een tekst over huisdieren?
De schrijver geeft extra informatie.
De schrijver wil de tekst leuker maken. 

Slide 11 - Question de remorquage

Waarom gebruikt de schrijver deze afbeeldingen bij een tekst over vakanties?
De schrijver geeft extra informatie.
De schrijver wil de tekst leuker maken. 

Slide 12 - Question de remorquage

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 13 - Diapositive

Hoofdzaken
Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

  • Inleiding
  • Slot
  • Kernzinnen
Bijzaken
Minder belangrijke informatie, maken de hoofdzaken duidelijker.
  • voorbeeld
  • herhaling
  • uitleg
  • cijfers
  • details

Slide 14 - Diapositive

Kernzinnen

Slide 15 - Diapositive

Kernzinnen?

Slide 16 - Diapositive

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

De hoofdgedachte van een tekst 
vertelt in één of twee zinnende belangrijkste
boodschap van de tekst.

Slide 17 - Diapositive

Hoofdgedachte
Wat de schrijver van de tekst over een onderwerp schrijft,
noem je de HOOFDGEDACHTE.
(wat wil de schrijver je duidelijk maken)

Met andere woorden: de hoofdgedachte is het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.

Slide 18 - Diapositive