TL4 Lezen H1+2 (herhaling)

Lezen H1+2 (herhaling)
Wat gaan we doen? Doel:

  • Theorie H1: Indeling van een tekst: Je kunt de functies benoemen van de inleiding en het slot.
  • Theorie H2: Feiten, meningen en argumenten herkennen in een tekst mét de bijbehorende signaalwoorden.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lezen H1+2 (herhaling)
Wat gaan we doen? Doel:

  • Theorie H1: Indeling van een tekst: Je kunt de functies benoemen van de inleiding en het slot.
  • Theorie H2: Feiten, meningen en argumenten herkennen in een tekst mét de bijbehorende signaalwoorden.

Slide 1 - Diapositive

Opbouw van de les
Theorie herhalen
en oefenen: open vragen en meerkeuzevragen.

Slide 2 - Diapositive

Een goede (zakelijke) tekst heeft een inleiding, een kern en meestal ook een slot.
In de inleiding wordt meestal het onderwerp geïntroduceerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Noem een aantal manieren om in de inleiding het onderwerp van een tekst in te leiden.

Slide 4 - Carte mentale

Functie inleiding
Functie van de inleiding:
Onderwerp introduceren
d.m.v.
-aanleiding
-anekdote
-hoofdgedachte
-belangrijke vraag
-samenvatting
Deze moet je kunnen herkennen/ benoemen

Slide 5 - Diapositive

Functie middenstuk/kern
Hierin staan de deelonderwerpen.

Alles wat met het onderwerp te maken heeft wordt hierin besproken. 
De kern=belangrijk!

Slide 6 - Diapositive

Wat doet een schrijver in het slot van een tekst?

Slide 7 - Carte mentale

Functies van een slot:
Behalve dat de tekst netjes wordt afgerond, heeft het slot meerdere functies.:
-samenvatten
-conclusie trekken
-advies geven
-hoofdgedachte noemen of herhalen
-vraag beantwoorden 
- naar de toekomst kijken
Ook deze functies moet je kunnen herkennen en benoemen

Slide 8 - Diapositive

Wat is nog meer belangrijk?
Dat je snapt waar de tekst nou echt over gaat.

Lees daarom de kernzinnen van elke alinea goed.

Slide 9 - Diapositive

Waar vind je kernzinnen?

Slide 10 - Carte mentale

Kernzin
Is de belangrijkste zin van een alinea.

Meestal de eerste of tweede , soms de laatste zin van een alinea.

Slide 11 - Diapositive

even oefenen

Slide 12 - Diapositive

Tekst 2
Nooit meer klamme handjes
[1]
Een bonkend hart, trillende handen en een droge mond – bijna iedereen voelt spanning bij het spreken voor een groep. Tegenwoordig zijn spreekapps beschikbaar die je leren omgaan met spanning tijdens een presentatie. Wat werkt wél en wat werkt niet?
Op welke manier wordt deze tekst ingeleid?
a. Door de aanleiding te noemen om de tekst te schrijven.
b. Door de aandacht te trekken met een pakkend detail.
c. Door een voorbeeld te geven.

Slide 13 - Diapositive

Er zijn in Nederland verschillende nieuwsmedia voor jongeren. Iedereen kent het NOS Jeugdjournaal, dat al ruim 35 jaar goed en slecht nieuws in de huiskamer brengt voor kinderen tussen grofweg 9 en 13 jaar oud. Daarnaast is er sinds 2003 het nieuwsweekblad Kidsweek, voor 7- tot 12-jarigen. In 2009 kwam daar 7Days bij (12-18 jaar).
Welke zin is hier de kernzin?
En wat is de functie van de andere zinnen?

Slide 14 - Diapositive

Lezen H2
Feiten, meningen en argumenten
+
signaalwoorden

Slide 15 - Diapositive

Aan welke woorden kun je herkennen dat het om iemands mening gaat?

Slide 16 - Carte mentale

Wat is een argument eigenlijk?

Slide 17 - Question ouverte

Argument
Met een argument leg je uit waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 18 - Diapositive

Welke signaalwoorden gebruik je bij een argument?

Slide 19 - Carte mentale

Argument: signaalwoorden
want, omdat, immers, namelijk

Ik vind dat de Donald Duck op de leeslijst moet komen, want de Donald Duck staat vol interessante feitjes.

Slide 20 - Diapositive

Een mening
herken je aan woorden zoals:

Ik vind...
Volgens mij...(volgens Piet)
Ik denk dat...Piet denkt dat....

Slide 21 - Diapositive

Je kunt nu als het goed is:
  • De functies benoemen (en herkennen) van een inleiding en een slot.
  • Feiten, meningen en argumenten herkennen in een tekst.
  • Meningen en argumenten herkennen aan de hand van de signaalwoorden die daarbij horen. 

Slide 22 - Diapositive

Zijn er onderdelen die je nog lastig vindt?

Slide 23 - Question ouverte

Oefenen?

Er komt een oefentoets in Magister (met antwoorden) van Lezen H1 en Lezen H2

Slide 24 - Diapositive