Enkelvoudige/samengestelde rente en kredietkosten

Enkelvoudige/samengestelde rente en kredietkosten
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Enkelvoudige/samengestelde rente en kredietkosten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Cees zet € 950 op een spaardeposito. Hij krijgt 0,3% rente.
Bereken de rente die Cees na een jaar ontvangt.

Slide 3 - Question ouverte

Bente heeft € 2.750 op een spaardeposito staan. Ze krijgt 0,5% rente.
Bereken hoeveel rente ze na 7 maanden heeft opgebouwd

Slide 4 - Question ouverte

Je hebt een spaardeposito waar € 1.400 op staat. De rente is 0,7% per jaar.
Bereken de totale rente die je in drie jaar krijgt

Slide 5 - Question ouverte

Dico heeft € 4.800 op zijn spaardeposito staan. Na een jaar krijgt hij € 19,20 aan rente.
Bereken het rentepercentage op dit spaardeposito

Slide 6 - Question ouverte

Jantine heeft € 3.250 op een spaardeposito. Ze krijgt 0,9% rente.
Bereken de rente die Jantine na een jaar ontvangt.

Slide 7 - Question ouverte

Edin heeft € 5.500 op een spaardeposito staan. Hij krijgt 0,8% rente.
Bereken hoeveel rente hij na 11 maanden heeft opgebouwd.

Slide 8 - Question ouverte

Aram heeft € 9.500 op een spaardeposito staan. De rente is 0,3% per jaar.
Bereken de totale rente Aram in vijf jaar krijgt

Slide 9 - Question ouverte

Nadine heeft € 2.150 op een spaardeposito staan. Na een jaar krijgt ze € 12,90 aan rente.
Bereken het rentepercentage op dit spaardeposito

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Noah heeft € 1.720 op haar spaarrekening staan. De rente is 0,5%.
Bereken hoeveel rente ze na drie jaar ontvangt. Ga uit van samengestelde rente.

Slide 12 - Question ouverte

Dirk zet € 12.250 op een spaarrekening bij de Rabobank. De rente is 0,2%. Ga uit van rente-op-rente.
A. 1
Bereken zijn spaarbedrag na twee jaar.

Slide 13 - Question ouverte


Je spaarbedrag is € 8.000.
Op een gewone spaarrekening ontvang je 0,7% rente per jaar. De rente wordt dan ieder jaar op de spaarrekening bijgeschreven.
Je kunt ook een spaardeposito van drie jaar nemen tegen 0,7% rente per jaar. Dan krijg je de rente na afloop van elk jaar uitgekeerd.
A. 1
Bereken voor het spaardeposito hoeveel rente je na drie jaar ontvangt

Slide 14 - Question ouverte

Dusan heeft € 5.240 op zijn spaarrekening staan. De rente is 0,6%.
Bereken hoeveel rente hij na twee jaar ontvangt. Ga uit van samengestelde rente.

Slide 15 - Question ouverte


Annet heeft € 820 op een spaarrekening bij de ASN bank. De rente is 0,9%. Ga uit van samengestelde rente.
A. 1
Bereken haar totale spaartegoed na drie jaar.

Slide 16 - Question ouverte

Op een spaardeposito heb je een spaarbedrag van € 6.750 staan. Je had ook een gewone spaarrekening kunnen nemen. In beide gevallen is de rente 0,3% per jaar.
A. 1
Bereken voor het spaardeposito hoeveel rente je na drie jaar ontvangt.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Karin leent € 5.000. Ze betaalt 48 maanden lang € 122 per maand.
A. 1
Bereken hoeveel Karin in totaal terugbetaalt.

Slide 19 - Question ouverte

Noteer deze en vul hem in op de volgende pagina.

Slide 20 - Diapositive

Je leent € 7.000 met een looptijd van twee jaar.
A. 1
Bereken de kredietkosten.

Slide 21 - Question ouverte

Lucas koopt een tv van € 1.499 op afbetaling. Hij leent het hele bedrag. De lening betaalt hij in 72 maanden terug. De totale kredietkosten zijn € 913.
Bereken hoe hoog het termijnbedrag is dat hij elke maand betaalt.

Slide 22 - Question ouverte

Mevrouw Bijlstra koopt bij Wehkamp een bed van € 906 op afbetaling. Ze betaalt 24 maanden lang € 42 per maand.
A. 1
Bereken de kredietkosten voor deze koop op afbetaling.

Slide 23 - Question ouverte

Mensur sluit een doorlopend krediet af met een kredietlimiet van € 10.000. Het maandbedrag is 2,5% van de kredietlimiet. De looptijd is 54 maanden.
A. 1
Bereken het maandbedrag dat Mensur moet betalen. NOTEER DIT BEDRAG.

Slide 24 - Question ouverte

Mensur sluit een doorlopend krediet af met een kredietlimiet van € 10.000. Het maandbedrag is 2,5% van de kredietlimiet. De looptijd is 54 maanden.
A. 1
Bereken de totale kredietkosten als Mensur het maximale kredietbedrag leent. Maandbedrag was €250,-

Slide 25 - Question ouverte

Abdul leent € 9.000 en betaalt 60 maanden lang € 191 per maand.
A. 1
Bereken hoeveel Abdul in totaal terugbetaalt.

Slide 26 - Question ouverte

Abdul leent € 9.000 en betaalt 60 maanden lang € 191 per maand.
A. 1
Bereken de kredietkosten die Abdui betaalt. Totale terugbetaling is € 11.460,-

Slide 27 - Question ouverte

CONTANTE WAARDE BEREKENEN
Opdracht 2. Je wilt ontvangen € 12.500 over 10 jaar met 2,5%

Slide 28 - Question ouverte