§6.1 rekenen met btw

Rekenen met btw
§6.1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen met btw
§6.1

Slide 1 - Diapositive

Mededelingen
Leerverslag wonen en verzekeren

uiterlijk inleveren op donderdag 17 februari 2022 om 10:00 uur.

Voor uitleg en vragen kom naar een van mijn keuzeuren of maak een afspraak met mij buiten keuzeuren voor een stempel.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat btw is en hoe je het kunt uitrekenen.

Slide 4 - Diapositive

Waar staat afkorting btw voor?
btw is de afkorting van het begrip belasting toegevoegde waarde

Belasting... op toegevoegde waarde. Wat wordt daar mee bedoeld?



Slide 5 - Diapositive

Wat is btw?

Toegevoegde waarde betekent het bedrag dat een product duurder is geworden nadat een iemand het product heeft bewerkt.

voorbeeld:
Een boom in een bos = €0. 
Een houtkapbedrijf kapt de boom, maakt er planken van en verkoopt deze aan een meubelfabriek voor €50 per kilo
Er is waarde toegevoegd aan de boom.




Slide 6 - Diapositive

btw
Het houtkapbedrijf ontvangt €50 en moet daarover belasting betalen aan de belastingdienst. 

Dat willen ze natuurlijk niet zelf doen!

Daarom verhogen ze de prijs die ze in gedachten hadden met het btw tarief.

Er zijn 2 btw tarieven namelijk: 9% en 21%

Slide 7 - Diapositive

btw berekenen
Verkoopprijs = €50

btw op luxe producten zoals tv's, vakanties, computers = 21%


50
%
100
1
21

Slide 8 - Diapositive

btw berekenen
Verkoopprijs = €50
btw op luxe producten zoals tv's, vakanties, computers = 21%




Nu moet je de btw nog bij de verkoopprijs optellen.  50 + 10,50 = €60,50
Dan heb je de prijs inclusief btw


50
0,50
10,50
%
100
1
21

Slide 9 - Diapositive

Waar staat de afkorting btw voor?
A
Belasting toegevoegde waarde
B
Betaling toegevoegde waarde
C
Betaling toegevoegde wetten
D
Belasting toegevoegde wetten

Slide 10 - Quiz

Waar gaat de btw die een bedrijf ontvangt naartoe?

Slide 11 - Question ouverte

De verkooprijs van een blikje cola is 1,15 bij de Albert Heijn. De btw op cola is 9%. Bereken hoeveel de verkoopprijs inclusief btw is.

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel btw betaalt een bedrijf?
De meubelfabriek heeft nu in totaal €60,50 aan het houtkapbedrijf betaald 
 €10,50 daarvan was btw.

De fabriek verkoopt meubels voor €100, maar wilt ook zelf de btw niet betalen.

De fabriek verhoogt ook zijn prijzen met 21%.                  21% = €21

De verkoopprijs inclusief btw is dan €100 + €21  =   €121.

Slide 13 - Diapositive

Btw betalen aan de belastingdienst
De meubelfabriek heeft €10,50 aan btw betaald

De meubelfabriek heeft €21 aan btw ontvangen van klanten

Hoeveel moet de fabriek aan btw betalen aan de belastingdienst?

21 - 10,50 = 10,50


Slide 14 - Diapositive

Ontvangen €600
Betaald € 800
Wat is de te betalen btw? En moet er worden afgedragen of terug ontvangen van de belastingdienst?

A
600 betalen
B
200 terugkrijgen
C
200 betalen
D
600 terugkrijgen

Slide 15 - Quiz

btw tarieven
Een tarief is een ander woord voor hoogte van een getal

In Nederland zijn er 3 btw tarieven namelijk:
  • 0% (dingen die moeten zoals huur, verzekeringen, onderwijs)
  • 9% (voedingsmiddelen, kapper, sportschool)
  • 21% (luxe goederen en diensten zoals vakantie, auto's)


Slide 16 - Diapositive

Wat is geen btw tarief?
A
0%
B
6%
C
9%
D
21%

Slide 17 - Quiz

Voor wat voor soort diensten en producten geldt het 9% btw tarief?
A
Dingen die verplicht zijn
B
Dingen waar iedereen gebruik van moet kunnen maken
C
luxe diensten en producten
D
Alle 3 de antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Opdracht 
Wat: Maak opdracht 1 t/m 4  blz. 42
Hoe: Lees de leertekst en bekijk de juiste bronnen
Hulp: overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 20 min
Klaar? begin alvast met opdracht 5 t/m 8  blz. 44 (huiswerk)
Resultaat: volgende les nakijken/bespreken
Heb je al je opdrachten af dan mag je iets voor jezelf doen

Slide 19 - Diapositive

Evaluatie
  • Wat vond je van de les?
  • Hoe gingen de opdrachten?
  • Als er dingen zijn die je nog niet snapt, schrijf je dan in op een keuze-uur bij mij of mevrouw Coffie.
  • Volgende les: Motorrijtuigenbelasting en wegenbelasting

Slide 20 - Diapositive