VWO 1 h.5 woordenschat

woordenschat
5.1 woordenschat
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

woordenschat
5.1 woordenschat

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen

  • je handvatten geven om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen;
  • je woordenschat vergroten

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we deze les?

  • we bespreken theorie over de manieren waarop je de betekenis van moeilijke woorden kunt achterhalen;
  • jullie oefenen met moeilijke woorden (online)

Slide 3 - Diapositive

  • Wat kun je doen als je een moeilijk woord tegenkomt?




Slide 4 - Diapositive

  • Stap 1:  Lees een stukje terug of verder in de tekst.


  • De tekst rondom een woord wordt de context genoemd. 

  • De context geeft je vaak al aanwijzingen over de betekenis van het woord. Misschien zie je daar wel:

a. een ander woord met dezelfde betekenis (een synoniem);
b. een woord met een tegengestelde betekenis (een antoniem);
c. een omschrijving;
d. een voorbeeld.


Slide 5 - Diapositive


Wat betekent ongeveer hetzelfde in de onderstaande zin?

De houten constructie in de speeltuin was onveilig, dus besloot de gemeente het bouwwerk te slopen.

Slide 6 - Question ouverte


Wat betekent het tegenovergestelde bij de volgende zin?

Nu fietst Sascha nog als amateur, maar later wil ze wielrenner van beroep worden.

Slide 7 - Question ouverte


Voor welk woord is een omschrijving gegeven in onderstaande zin?

De koninklijke familie maakt een rondrit in een landauer, een koets voor vier personen.

Slide 8 - Question ouverte


Van welk woord zijn voorbeelden gegeven in onderstaande zin?

Dounia is op school goed in de exacte vakken, zoals wiskunde en natuurkunde.

Slide 9 - Question ouverte

VOORBEELDEN

Bij a: synoniem
De houten constructie in de speeltuin was onveilig, dus besloot de gemeente het bouwwerk te slopen.

Bij b: antoniem
Nu fietst Sascha nog als amateur, maar later wil ze wielrenner van beroep worden.

Bij c: omschrijving
De koninklijke familie maakt een rondrit in een landauer, een koets voor vier personen.

Bij d: een voorbeeld
Dounia is op school goed in de exacte vakken, zoals wiskunde en natuurkunde.

Slide 10 - Diapositive

  • Stap 2    Kijk naar de delen van het woord.

  • Een moeilijk woord kan soms ook zélf al een deel van de betekenis verraden. 
  • Kijk of het moeilijke woord misschien lijkt op een woord dat je wel kent. Misschien herken je in het woord een ander woord of een deel daarvan. Zo kun je alsnog de betekenis afleiden.

VOORBEELD
In het woord miscommunicatie herken je de delen mis- en communicatie. Het voorvoegsel mis- betekent ‘slecht’ of mislukt’. Communicatie draait om het uitwisselen van informatie. Bij miscommunicatie is dit dus mislukt.



Slide 11 - Diapositive


Welk deel van het woord herken je in:

acclimatiseren, gedetailleerd en intercontinentaal

Slide 12 - Question ouverte

  • Stap 3    Kijk naar afbeeldingen bij de tekst

  • Bij een tekst staan soms afbeeldingen. Kijk daar goed naar, want ze kunnen je helpen om moeilijke woorden uit de tekst te begrijpen.

VOORBEELD

Zo vouw je een papieren vliegtuigje:
Stap 1 – Vouw het papier in de lengte dubbel.
Stap 2 - Vouw de punten aan de bovenkant diagonaal naar binnen.
Je weet niet zeker wat diagonaal betekent. Als je kijkt naar stap 2 op het plaatje, dan zie je dat diagonaal ‘schuin’ betekent.




Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

  • Stap 4  Zoek de betekenis op in een woordenboek


Hebben de vorige drie stappen je niet geholpen? Dan kun je de betekenis aan iemand vragen of opzoeken in een woordenboek.



Slide 15 - Diapositive


China heeft een nieuwe controversiële wet aangenomen die de autonomie van Hongkong verder onder druk zet.

 Neem de zin over en vervang de twee dikgedrukte woorden door eenvoudiger woorden.

Slide 16 - Question ouverte

Mijn broer heeft zijn huiskamer minimalistisch ingericht.

Slide 17 - Diapositive

Zelf aan de slag!
    Eerst: Afmaken h.4.3 formuleren
  • Ga aan de slag met woordenschat.
  • Dat doe je online: 

  • Magister-leermiddelen-Op niveau- 5 woordenschat

Slide 18 - Diapositive


Herschrijf onderstaande zin, zodat die minder lang is.

Via de gemeentelijke website of telefonisch bij het gemeenteloket van de gemeente Den Haag heeft u een aanvraag ingediend om een groencontainer te ontvangen.

Slide 19 - Question ouverte