Paragraaf 1, onbekende woorden

Welkom
Start met lezen.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Start met lezen.

Slide 1 - Diapositive

Cursus 'Meer dan lezen'
Paragraaf 1, onbekende woorden

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Synoniem
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Zo is trottoir een synoniem van stoep.

Slide 4 - Diapositive

Sleep het juiste synoniem 
naar het goede woord.
begrijpen
blessure
eenvoudig
gemakkelijk
snappen
verwonding

Slide 5 - Question de remorquage

Zoek de synoniemen bij elkaar
afwezig
nadoen
aansteken
kwaad
absent
boos
besmetten
imiteren

Slide 6 - Question de remorquage

Zoek de synoniemen
gewoon
hanteren
lekkernij
nagerecht
gebruikelijk
gebruiken
delicatesse
dessert

Slide 7 - Question de remorquage

Omschrijving
Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Let op: bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt en bij een synoniem wordt maar één woord gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Wat is de omschrijving? Hidde werkt in de akkerbouw, een vorm van landbouw, waar hij mais en suikerbieten kweekt.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de omschrijving? Lotte houdt de waarheid hardnekkig vol, ze houdt vast aan wat ze gezegd heeft.

Slide 10 - Question ouverte

Voorbeeld zoeken
Soms kun je moeilijke woorden begrijpen door de voorbeelden die genoemd worden.  Er komt vaak een voorbeeld na de volgende woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.

Slide 11 - Diapositive

In het ziekenhuis werken veel specialisten, bijvoorbeeld een oogarts en een chirurg.

Slide 12 - Question ouverte

Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen en ruiken.

Slide 13 - Question ouverte

Wat ga je doen?
Cursus: Meer dan lezen - paragraaf 1, Onbekende woorden

Slide 14 - Diapositive

Welkom
Vandaag maken jullie de JIJ-toets.
Pak alvast je laptop en je leesboek. Wacht in stilte tot iedereen klaar is en we de toets kunnen starten.

Slide 15 - Diapositive

Inloggen toets Ned-lezen

Slide 16 - Diapositive

Code toets Ned-lezen
A5AW

Klaar? Start met lezen.

Slide 17 - Diapositive

Welkom
Start met lezen.

Slide 18 - Diapositive

Cursus 'Meer dan lezen'
Paragraaf 2 - onderwerp

Slide 19 - Diapositive

Lesdoel
  • Je leert het onderwerp van een tekst bepalen.
  • Je leert oriënterend lezen.

Slide 20 - Diapositive

Hoe vind ik een onderwerp?
Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal gaat lezen. Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, is het niet nodig om de tekst helemaal te lezen. Je leest de tekst dan alleen oriënterend.

Slide 21 - Diapositive

Zo lees je oriënterend


Bekijk de tekst:
  • Lees de titel.
  • Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
  • Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
  • Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
  • Let op woorden die vaker gebruikt worden.
  • Lees de eerste alinea (het eerste stukje) van de tekst. Soms is die vetgedrukt. Als je de tekst oriënterend hebt gelezen, kun je het onderwerp vinden. Geef in één of een paar woorden antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?







Slide 22 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
straf voor circus
B
Tjechisch circus
C
vergeten krokodil
D
verwaarlozing

Slide 23 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest

Slide 24 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
broodje kaas

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Bekijk de tekst

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
neuspeuteren
B
hoe je neus werkt
C
snuiten
D
snot

Slide 27 - Quiz

Wat ga je doen?
Cursus: Meer dan lezen - paragraaf 2, Onderwerp

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive