4.21 Kijken en luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.21 Kijken en luisteren
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 200.

Huiswerk controle:

4.20 opdracht 6

 

2. Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

- weet je hoe je informatie in een televisieprogramma op betrouwbaarheid kunt beoordelen; 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Er is geen mini-check vandaag.

Iedereen doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

edition.thiememeulenhoff.nl

Wat is het onderwerp?

Wat is het spreekdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Overhalen

Wat is het publiek?

Met welk doel zou je naar dit fragment kijken?

Hoe moest je het fragment bekijken om de vorige vragen te kunnen beantwoorden?

1. Globaal
2. Gericht
3. Precies

Bekijk het fragment 

nog een keer

Op welke manier wordt het fragment ingeleid?

1. het onderwerp van het fragment noemen
2. een belangrijke vraag over het onderwerp stellen
3. een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen

Waar stopt de inleiding?
Noteer de laatste drie woorden.

Welke deelonderwerpen komen in het middenstuk aan bod?

Op welke manier wordt het fragment afgesloten?

1. een korte samenvatting geven
2. een conclusie trekken
3. een advies geven of een oproep doen aan de kijker
4. een wens uitspreken

Hoe moest je het fragment bekijken om de vorige vragen te kunnen beantwoorden?

1. Globaal
2. Gericht
3. Precies

edition.thiememeulenhoff.nl

Schrijf op welke feiten de presentator noemt.

Denk je dat deze informatie betrouwbaar is?
Leg je antwoord uit.

In het fragment komt Joost Möller aan het woord. Hij is de kermiswethouder.

Wat denk je dat een kermiswethouder doet?
Noem een aantal punten/werkzaamheden.

Denk je dat de kermiswethouder een betrouwbare bron is?

1. Ja
2. Nee

Denk je dat de kermiswethouder een betrouwbare bron is?

Ja

Nee

De kermiswethouder geeft in het
fragment vooral zijn mening.
Aan welke woorden kun je die herkennen?

6. Zelfstandig werken

Tijd over? 

Dan ga je nog even lezen in je leesboek

of leren voor de toets van Nederlands. 

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- weet je hoe je informatie in een televisieprogramma op betrouwbaarheid kunt beoordelen?

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

-

 

Toetsen: