Tekstdoelen en tekstmanieren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Aan het einde van deze les:

• kun je de vijf tekstdoelen noemen;
  
• kun je per tekstdoel minstens één voorbeeldtekstvorm noemen;

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?

1. overhalen/activeren
2. amuseren
3. informeren
4. instrueren/uitleggen

Wat is het doel van dit gedicht?

1. Informeren
2. Overhalen/activeren
3. Amuseren
4. Instrueren/uitleggen

Wat is het doel van dit recept?

1. Informeren
2. Overhalen/activeren
3. Amuseren
4. Instrueren/uitleggen

/ uitleggen

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?

1. Informeren
2. Overhalen/activeren
3. Amuseren
4. Instrueren/uitleggen

Wat is het doel van deze krantenartikelen?

1. Informeren
2. Overhalen/activeren
3. Instrueren/uitleggen
4. Overtuigen/betogen

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?

1. Informeren
2. Instrueren/uitleggen
3. Overtuigen
4. Amuseren

Herhalen doelen van de les!

1. Welke vijf tekstdoelen zijn er?
2. Noem minstens één voorbeeld per tekstdoel.

Aan de slag!

Ga naar de planning in Nu Nederlands en maak de opdrachten van deze week.

Was je er vorige week niet of heb je nog niet alles af? Maak dan ook de opdrachten uit de verlopen planning(en).