2H - B2 Tekstdoelen en tekstmanieren

2h/v - h2 Tekstdoelen
blz. 10
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2h/v - h2 Tekstdoelen
blz. 10

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Fictie H8
perspectieven

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in leesboek --> 15 minuten

Leesvaardigheid --> b2 tekstdoelen

Maken opdrachten
= huiswerk voor donderdag 10 okt

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
Aan het einde van deze les:

- Weet je welke vijf doelen een schrijver kan hebben met een tekst.
- Kun je per tekstdoel minstens één voorbeeldtekstvorm noemen.




Slide 4 - Diapositive

Lezen..
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Tekstdoelen
  • Informeren;
  • Beschouwen;
  • Overtuigen
  • Activeren;
  • Amuseren.

Slide 6 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten (geen mening).
  • Je leert iets.
  • Bijvoorbeeld: nieuwsbericht, schoolboek of een recept

Slide 7 - Diapositive

Beschouwen
  • Je vormt een mening
  • Je bekijkt het onderwerp van meerdere kanten
  • Bijvoorbeeld: bepaalde nieuwsberichten, tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie

Slide 8 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver + argumenten waarom 
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 9 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 10 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: roman, gedichtstrip, verhaal, mop.

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opdracht 1, 2 & 4 op pagina 11
= huiswerk voor donderdag 10 okt
--> schrijf op in je agenda

Klaar? Lezen leesboek of voorbereiden
pitch
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Doel van de les
Aan het einde van deze les:

- Weet je welke vijf doelen een schrijver kan hebben met een tekst.
- Kun je per tekstdoel minstens één voorbeeldtekstvorm noemen.




Slide 13 - Diapositive

Volgende les
donderdag
Leesvaardigheid leesstrategieën

Leesboek mee!

Slide 14 - Diapositive