Past simple Verleden tijd (VT): tijdsbepalingen uit het verleden
yesterday, last week, last year, in 2016, 2 days ago etc.
present perfect Voltooid tegenwoordige tijd (VTT): already, always, ever, for, how long, just, never, since,yet.
Past continuous Duurvorm verleden tijd (DVT):when, while, at the same time.