actieve en passieve zinnen

1. Mijn collega heeft al het werk gedaan.

2. Al het werk is door mijn collega gedaan.
1.
2.
1 / 23
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1. Mijn collega heeft al het werk gedaan.

2. Al het werk is door mijn collega gedaan.
1.
2.

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Veel bedrijven werken nog met een prikklok.

2. Er wordt nog met een prikklok gewerkt.
1.
2.

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Een van onze medewerkers zal u het antwoord geven.

2. Het antwoord zal u worden gegeven door een van onze medewerkers.
1
2.

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. De kapper borstelt de blonde lokken.

2. De blonde lokken worden door de kapper geborsteld.
1
2.

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen de 2 zinnen?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De eerste was altijd een actieve zin.

De tweede was altijd een passieve zin.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Actieve zinnen
Passieve zinnen
- Persoonlijker (informeler)

- Onderwerp voert de handeling uit.

Geen handeld voorwerp


- Professioneler (formeler)

- Onderwerp ondergaat de handeling.

- Bezit een handeld voorwerp

- HWW worden/zijn

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een handelend voorwerp?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zinsdeel met "door" is niet altijd een handelend voorwerp.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zou je van een passieve zin, een actieve zin kunnen maken?

Slide 10 - Question ouverte

Optioneel

Hoe maak je een passieve zin, een actieve zin?
Maak van het handelend voorwerp het onderwerp.

Slide 11 - Diapositive

Dit is diffrentatie voor bepaalde leerlingen.
P. 215 oef. 2

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 216 oef. 3

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 217 oef. 4

Zoek er 3!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 217 oef. 5

individueel

Slide 15 - Diapositive

optioneel voor sterke leerlingen
Zoek het handelend voorwerp.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

handelend voorwerp of bijwoordelijke bepaling?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 219 oef. 6

individueel

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 218 oef. 7

individueel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 219 oef. 8

individueel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P. 220 oef. 9-10

individueel, maar tezamen overlopen

Slide 21 - Diapositive

snelle en/of sterke
Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Bundel

individueel

Slide 23 - Diapositive

snelle/sterke