Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen?
-theorie instructie (1.3 - H1 schrijven)
-opdracht
-licentie
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel:
Je weet aan welke kenmerken een instructie voldoet en je kunt zelf een instructie schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Wat is volgens jou een instructie?
Slide 3 - Question ouverte
Noem voorbeelden van een instructie:
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Kenmerken instructie:
-duidelijke titel (onderwerp)
-wat heb je nodig?
-uitleg in stappen (begin met een werkwoord
-korte zinnen
-gebruik nummers of dots
-gebruik signaalwoorden
-gebruik afbeeldingen
Slide 8 - Diapositive
Geef één of meer voorbeelden van signaalwoorden uit een instructie:
Slide 9 - Question ouverte
Een goede instructie is...
A
uitgebreid beschreven
B
kort, maar krachtig
C
is nooit meer dan in acht stappen beschreven
D
wordt vaak ondersteund door afbeeldingen/plaatjes
Slide 10 - Quiz
Welk voorbeeld is geen voorbeeld van een instructie?
A
recept
B
uitleg over je moet strijken
C
nieuwsbericht
D
handleiding 'WhatsApp installeren'
Slide 11 - Quiz
Een instructie heeft als hoofddoel...
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 12 - Quiz
Bij een instructie gebruik je vaak...
A
vraagzinnen
B
de gebiedende wijs
C
uitroeptekens
D
aanhalingstekens
Slide 13 - Quiz
Een instructie moet duidelijk zijn voor de lezer. Vraag je daarom steeds af wat je publiek wel of niet weet.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Uitleg van een instructie moet in stappen en markeer die stappen met nummers, dots en/of signaalwoorden.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Zelf een instructie schrijven...
Je gaat een instructie schrijven naar jouw klasgenoot hoe je op school komt (je route dus). Na 10 minuten wissel je met je klasgenoot de instructie uit. Tips:
-Zet alle stappen logisch onder elkaar
-Zorg ervoor dat je met doe-woorden begint
-Schrijf geen overbodige informatie op (gebruik korte zinnen)