Les 1 - H25 Argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Les 4 - H25 De lezer overtuigen

Programma voor schrijftoets

WEEK 46 – H9 Duidelijk taalgebruik

WEEK 47 – H10 Boeiend taalgebruik

WEEK 48 – H24 Formeel- en informeel taalgebruik

WEEK 49 – H25 Argumenteren

WEEK 50 - Schrijftoets

Lesdoelen

• Aan het einde van de les herken jij een betogende tekst;
• Aan het einde van de les herken jij geldige en juiste argumenten en kan je die zelf formuleren;
• Aan het einde van de les herken jij foutieve argumenten en kan je deze vermijden.
• Aan het einde van de les kan ik met behulp van bouwplan een betogende tekst schrijven. 

Wat was de voorbereiding voor deze les?

● Huiswerk vanuit les 3 > Het toevoegen tip voor jouw favoriete

docent + argument aan e-mail met duidelijk, boeiend en formeel

taalgebruik;

● Lezen van de theorie op p. 102, 103 & 104;

● Het invullen van de Mentimeter.

Wat gaan we vandaag doen?

• Bespreken Mentimeter; 
• Presentatie over de betogende tekst.
• Opdrachten uit KERN;
• Schrijven aan jouw eindproduct;

www.menti.com

Basisstappen voor een betogende tekst.

• Bepaal wat jouw mening is. Waarvan wil jij de lezer overtuigen?

Leerlingen moeten minder les krijgen.

Staat dit in jouw inleiding, middenstuk of slot?

Basisstappen voor een betogende tekst.

• Bedenk argumenten die jouw standpunt ondersteunen. Wie wil je overtuigen? En hoe toon ik aan dat mijn mening juist is?

Inleiding, middenstuk of slot?

1. Volgens Berben (2020) werkt de methode Flip the Classroom veel beter. Dan weten leerlingen meer van de lesstof voor de les begint. 
2. Leerlingen hebben meer tijd om de stof te verwerken op hun tempo.

Basisstappen voor een betogende tekst.

• Maak een schema waarin je argumenten kiest en ook in de juiste volgorde (indeling) neerzet. Doe dit in steekwoorden.

Standpunt: Leerlingen moeten minder les krijgen.

A1: Meer vrije tijd voor leerlingen
A2: Mogelijkheden voor scholen om tijd te 'winnen'

A3: Leerling werkt op eigen tempo.

C: Leerlingen moeten minder les krijgen, want .... . 

Op welke manier kan jij jouw argumenten versterken?

1. Brongebruik
2. Hoeft niet, ik heb altijd gelijk
3. Brongebruik en denken aan jouw publiek
4. Publiekgerichtheid

Op welke plek(ken) benoem je het standpunt expliciet?

1. Inleiding
2. Middenstuk en inleiding
3. Slot
4. Inleiding en slot

Instructie KERN

Wat: Maak opdracht 1, 2, 3, 6 en 7;

Hoe: Door de theorie te raadplegen op pagina 102, 103 & 104.

Hulp: Diegene naast je & DKM;

Tijd: Tot een halfuur voor het einde van de les.

Uitkomst: Nagekeken opdrachten.

Klaar?: Check in de WikiWijs wat het huiswerk is voor deze- en volgende week.  

Huiswerk voor vrijdag

Wat: Rond jouw e-mail af. Er moeten in totaal 3 argumenten & 1 tegenargument

in staan. Ook zie ik duidelijk, boeiend, formeel taalgebruik.

Hoe: Met behulp van de theorie op p. 38, 40, 42, 44, 98, 100, 102 & 104.

Hulp: Geen.

Tijd: 20 minuten voor het inleveren van de e-mail.

Uitkomst: Een zakelijke e-mail die voldoet aan de eisen die hierboven staan.

Klaar?: Leer voor de schrijftoets van volgende week.