Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H2 Grammatica 2.1 Werkwoordspelling PV TT
persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Je leert de persoonsvorm correct spellen in de tegenwoordige tijd.
Slide 2 - Diapositive
Waarom is werkwoordspelling zo belangrijk?
A
Het is een hobby van mijn lerares
B
Het is een belangrijk onderdeel van het tentamen
C
Het is belangrijk in formele situaties juist te spellen
D
alle voorgaande antwoorden zijn goed
Slide 3 - Quiz
Hoe schrijf je de persoonsvorm?
Kijk naar de afbeelding.
Deze kun je gebruiken om te leren voor de toets.
Slide 4 - Diapositive
3 regels tegenwoordige tijd
Slide 5 - Diapositive
Wanneer gebruik je een werkwoordspellingschema?
A
Omdat het moet.
B
Als je niet zeker weet hoe je het werkwoord moet spellen.
Slide 6 - Quiz
3 regels tegenwoordige tijd
1. de ik-vorm
2. de ik-vorm + T
3. DE STAM + EN
Slide 7 - Diapositive
De ik-vorm
Ik loop
Ik pak
Ik geef
Ik verhuis
Slide 8 - Diapositive
De ik-vorm + t
Jij loopt
Hij pakt
Zij geeft
U verhuist
Slide 9 - Diapositive
De stam
De
stam
(de ik-vorm, maar soms een beetje anders) van een werkwoord is het hele werkwoord min –en.
Bijvoorbeeld: werken --> stam = werk.
Soms is de stam niet gelijk aan de ik-vorm.
Bijvoorbeeld: spelen stam = spel, reizen stam = reiz
Slide 10 - Diapositive
Wat is de stam van stelen?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de stam van klimmen?
Slide 12 - Question ouverte
1 verven stam: ………………….. ik-vorm …………………...
2 gooien stam: ………………….. ik-vorm …………………...
3 weten stam: ………………….. ik-vorm …………………...
4 halen stam: ………………….. ik-vorm …………………...
Slide 13 - Question ouverte
oefenen persoonsvorm
tegenwoordige tijd
Slide 14 - Diapositive
Wat is stap 1 in werkwoordspelling?
A
Is het de PV?
B
Werkwoord bepalen
C
Sterk of zwak bepalen
D
Zit de letter in t’ kofschip?
Slide 15 - Quiz
werkwoordspelling pv-tt
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 16 - Quiz
werkwoordspelling pv-tt
A
Hij onthoud.
B
Hij onthoudt.
Slide 17 - Quiz
werkwoordspelling tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
C
hij bediendt
Slide 18 - Quiz
werkwoordspelling pv-vt
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.
Slide 19 - Quiz
werkwoordspelling pv-tt
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 20 - Quiz
In de werkwoordspelling tt is het bij u/jij/het...
A
ik-vorm + dt
B
't kofschip
C
ik-vorm+t
D
geen idee
Slide 21 - Quiz
Maken
Blz. 275-277
Opdracht 1-2-3-4-5
Rustig werktempo? Maak dan 1-2-5
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
Leerstofoverzicht PW Spelling M2
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling 1 mavo/havo taalverzorging les 3
Janvier 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling 1K
Mars 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 1
werkwoordspelling 2k1
Mars 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 1
werkwoordspelling klas 3/4 tegenwoordige tijd
Août 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k