Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 11
Energie
Slide 1 - Diapositive
Fossiele brandstoffen
Belangrijke toepassingen:
1. Verwarmen van gebouwen (huizen, kantoren)
2. Wegvervoer en vliegverkeer (auto's, vliegtuigen)
3. Opwekken van elektriciteit (energiecentrales)
Slide 2 - Diapositive
Formule energie
E = P * t
1 gigajoule = 1 GJ = 1 * 10⁹ J
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Energie
E
Joule
J
Vermogen
P
Watt
W
Tijd
t
Seconde
s
Slide 3 - Diapositive
Formule energie (niet op toets)
E = P * t
1 kWh = 3,6 * 10⁶ J
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Energie
E
Kilowattuur
kWh
Vermogen
P
Kilowatt
kW
Tijd
t
Uur
h
Slide 4 - Diapositive
Natuurlijk broeikaseffect
Door de verbranding van fossiele brandstoffen komt er CO2 in de atmosfeer. Dit zorgt er voor de wij op aarde kunnen leven, anders was het te koud geweest.
Slide 5 - Diapositive
Versterkt broeikaseffect
Sinds de laatste paar honderd jaar is het verbranden van fossiele brandstoffen sterk toegenomen. Hierdoor komt er te veel CO2 in de atmosfeer en warmt de aarde te veel op. Door deze opwarming van de aarde gebeuren de volgende dingen:
- De ijskappen smelten.
- De zeespiegel stijgt.
- Dieren en planten kunnen uitsterven.
- Klimaatverandering.
Slide 6 - Diapositive
Energietransitie
In plaats van fossiele brandstoffen gebruik maken van de wind- en zonne-energie.
Slide 7 - Diapositive
Energie-stroomdiagram
Slide 8 - Diapositive
Zonnepanelen
Een zonnepaneel heeft een maximaal vermogen, dit wordt ook wel het piekvermogen genoemd.
(Dit vermogen is wat er maximaal opgewekt kan worden onder de optimale omstandigheden).
Slide 9 - Diapositive
Energie-omzetting zonnepanelen
Stralingsenergie (100%) --> Elektrische energie (16%) en warmte (84%)
*Zie afbeelding 3 op bladzijde 141 van je boek.
*Percentages hoef je niet uit je hoofd te leren.
Slide 10 - Diapositive
Energie in Joule (J)
Slide 11 - Diapositive
Vermogen in Watt (W)
Slide 12 - Diapositive
Windturbine
Een windturbine is hetzelfde als een windmolen. In de windmolen zit een generator. Deze bestaat uit twee belangrijke delen; een magneet en een spoel.
Slide 13 - Diapositive
Waterkracht
In een waterkrachtcentrale wordt gebruik gemaakt van zwaarte-energie, het hoogteverschil.
Je ziet ze vooral in het buitenland, omdat daar de hoogteverschillen groter zijn.
Slide 14 - Diapositive
Bewegingsenergie
Ek; kinetische energie in J (beweginsenergie)
m; massa in kg
v; snelheid in m/s
Ek=0,5⋅m⋅v2
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Zwaarte-energie
Ez; zwaarte-energie in J (potentiële energie)
m; massa in kg
g; valversnelling is 10
h; hoogte in m
Ez=m⋅g⋅h
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Energie-omzetting
Er geldt dus een regel bij de energie-omzetting van Ez en Ek.
Ez op het hoogste punt = Ek op het laagste punt
*Voorbeeldopdracht 2 op bladzijde 168 van je boek is erg belangrijk!
Slide 20 - Diapositive
Belangrijke tabellen binas
- tabel 2; omrekenen kWh naar J
- tabel 3; kilo, mega, giga
- tabel 6; grootheden met eenheden *erg belangrijk!!