Energie

H3 energie
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H3 energie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

indeling LessonUp H3
Bestaande uit:
- 4 paragrafen + notitie uitleg.
- opdrachten die gemaakt moeten worden.
- 4 uitleg video's per paragraaf.
- begrippen games

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragrafen
  • H3.1 Energie uit brandstoffen
  • H3.2  Windenergie
  • H3.3 Zonne-energie
  • H3.4 Waterkracht

Formatieve Bonustoets / praktijktoets
M-toets H3

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H3.1 Energie uit brandstoffen

Slide 4 - Diapositive

Een brandstof-energiecentrale, werkt op de volgende manier:

Brandstoffen worden verbrand,
Dan komt er een gas vrij,
Dit gas gaat langs een windturbine,
Hierdoor gaan de wieken draaien,
De wieken zorgen voor een elektrische stroom. 

Planning
  • Leerdoelen
  • Energie vormen
  • Energie eenheden
  • Energiecentrale
  • Energie omzetten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen (zie planner)
Je kunt benoemen wat een energie bron is  

Je kunt voorbeelden van elektrische, duurzame, chemische en fossiele energie bronnen noemen
Je kunt joule en kilowattuur naar elkaar omrekenen
Je kunt de 6 vormen van energie benoemen
Je kunt benoemen welke vorm van energie er bijna altijd vrijkomt als je energie omzet
Je kunt uitleggen wat men bedoelt met de zin  ‘energie gaat nooit verloren’
Je kunt verschillende energie omzettingen benoemen
Je kunt toepassingen van fossiele brandstoffen beschrijven.






Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebronnen

Slide 7 - Diapositive

Zonne-energie; energie uit zonlicht.
(Duurzaam)

Biomassa: bio-afval, verbanden
(Chemisch)

fossiele brandstoffen: overleden, belaagde bio producten die verdrukt zijn tot olie, steenkool en andere.
(chemische energie)

kern-energie: energie uit kernsplitsing
(Duurzaam)

Waterkracht: energie uit het stromen van water.
(Duurzaam)

Windenergie: Energie die ontstaat uit het waaien van de wind, langs wind molens.
(Duurzaam)

Elektriciteit = elektrische energie.


Energie (E) eenheden
We kennen kWh (kiloWattuur)

De echte eenheid van energie is:
Joule (J)

Slide 8 - Diapositive

k = kilo
Het woord kilo betekent letterlijk 1000 (duizend).

M = mega
Met het woord Mega bedoelen wij miljoen.
Net zoals bij Mb (Megabyte) je een miljoen bytes hebt. 
Een miljoen heeft 6 nullen.
Van kWh naar Joule
1 kWh = 3,6 MJ
1 kiloWattuur = 3,6 megaJoule




Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiecentrale
Energie gaat nooit verloren

Slide 10 - Diapositive

Bij een energie omzetting, komt altijd warmte vrij. 

Meestal wordt dit afvalwarmte genoemd, omdat de warmte niet het doel is van de energie omzetting.

Energie gaat nooit verloren, want alle energie wordt omgezet in een andere vorm. 
Zoals de afbeelding laat zien.
Deel in elektrische energie, een deel in warmte.
Energie omzetting
Elektrische energie -> bewegingsenergie (elektromotoren)
Chemische energie -> bewegingsenergie (motor)

Zwaarte-energie (zwaartekracht) --> bewegingsenergie (vallen)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energietype
Warmte energie
Bewegingsenergie
Elektrische energie
Chemische energie
Zwaarte energie
Kernenergie
Magnetische energie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dure namen (TG)
warmte energie = thermische energie
bewegingsenergie = kinetische energie
zwaarte energie = potentiële energie
Kernenergie = nucleaire energie


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdrachten
Tg: opdracht 1,4,5,6,7,8 en 10
KB: opdracht 1,5,6,8,10,11,12 en 13

Iedereen:
+ account aanmaken op LessonUp. Zie overzicht.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Windenergie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Leerdoelen
  • Bewegingsenergie
  • Energie grafiek
  • Windturbines

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen (zie planner)
- Je kunt bewegingsenergie beschrijven.
- Je kunt het verband leggen tussen windsnelheid en opgewekt
elektrische vermogen door een windturbine.
- Je kunt voordelen en nadelen benoemen van het gebruik van
windturbines.
- Je kunt verklaren waarom het elektrische vermogen van een windturbine niet meer toeneemt als het harder gaat waaien


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewegingsenergie
bewegen van de wieken

Energie die nodig is om
te bewegen.

Bewegingsenergie -> elektrische energie


Slide 19 - Diapositive

Een windmolen zet bewegingsenergie (De wind laat de wieken draaien) om in elektrische energie (elektriciteit).


Windsnelheid en energie
Hoe harder het waait, hoe meer energie. 


Min: zie notitie

Max: zie notitie

Slide 20 - Diapositive

Er is een minimale windsnelheid nodig om de wieken te laten waaien. Daarom begint de grafiek nooit in de oorsprong.

Er is ook een maximale snelheid. Op een gegeven moment kan er niet meer uitgehaald worden. De wieken gaan te snel.
Windturbines
Voordelen

- goedkoop
- niet-uitputbaar
- duurzaam

Nadelen

-Doet het alleen als de wind waait.
- Geen prettig aanzicht.

Slide 21 - Diapositive

Er zijn meer voor- en nadelen aan een windmolen. Dit is ook een persoonlijke kwestie. Wanneer je voor- en nadelen benoemd, moet je dit altijd persoonlijk onderbouwen. Waarom vind jij dit een nadeel? 
opdrachten
TG: 11,13,14,16,18,19,20
KB: 15,16,18,19,20,22,26,27

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zonne-energie 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Licht & straling
Zonnepanelen
Rendement
Biobrandstoffen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt stralingsenergie beschrijven.
  • Je kunt de werking van een zonnepaneel beschrijven.
  • Je kunt het rendement van zonnecellen berekenen.
  • Je kunt beschrijven wat biobrandstof is.
  • Je kunt voordelen en nadelen benoemen van het gebruik van zonnepanelen.



Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht
Ook wel straling
De energie van licht = stralingsenergie


Slide 27 - Diapositive

Licht is een vorm van straling. Er zijn meerdere vormen van straling. 
Alle stralingsvormen hebben een andere hoeveelheid energie. 
De energie die van straling afkomt, noemen we stralingsenergie. 
zonnepaneel

Slide 28 - Diapositive

Een zonnepaneel vangt het zonlicht op. Het zonlicht bevat stralingsenergie. 

De zonnecellen zetten deze stralingsenergie om tot elektrische stroompjes. 
Al deze elektrische stroompjes bij elkaar, vormen elektriciteit. De elektriciteit wordt opgeslagen of gebruikt of verleend aan het stroomnet (elektriciteitsnet).

Bij een zonnecollector, wordt de stralingsenergie niet omgezet in elektrische energie, maar in warmte. De warmte wordt dan in het water gestoken. Zie hiervoor de afbeelding in het boek.


rendement
Niet alle stralingsenergie wordt omgezet.

Slide 29 - Diapositive

Net zoals bij een energiecentrale, hebben zonnepanelen nooit een 100% rendement.

Ook als stralingsenergie wordt omgezet, hebben te maken met afvalwarmte.
rendement berekenen
rendement=vermogen(totaal)vermogen(nuttig)x100
rendement = %

Slide 30 - Diapositive

Deze formule is ook te gebruiken met de grootheid energie (E)

Je vervangt dan de letter P door de letter E. 
De rest van de formule blijft hetzelfde.

De eenheid van rendement is procent (%)
oefenen
rendement=vermogen(totaal)vermogen(nuttig)x100

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antwoorden

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zonnepanelen
Voordelen:

Laag CO2
duurzaam
'eeuwige' bron
nadelen:

Materialen zijn duur
Zon schijnt niet altijd
laag rendement (17%)

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

biobrandstoffen
Brandstoffen zoals diesel uit biologisch afval (biomassa).
Gemaakt van planten of dieren.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdrachten
TG: 22,23,26,27,28,29
BK:30,32,33,34,35,36,40,41,42 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Zonnecel/-paneel;  vangt stralingsenergie op deze wordt dan omgezet in elektriciteit.

Bij een zonnecollector, wordt de stralingsenergie omgezet in warmte energie. Deze warmte wordt gebruikt om water te verwarmen, dat het huis verwarmt.
waterkracht

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

planning
  • leerdoelen
  • Waterkrachtcentrale
  • zwaarte-energie
  • formule E=Pxt
  • rendement 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen
Je kunt de werking van een waterkrachtcentrale beschrijven.
Je kunt zwaarte-energie beschrijven.
Je kunt de zwaarte-energie van een voorwerp berekenen.
Je kunt het rendement van een waterkrachtcentrale berekenen.
Je kunt voordelen en nadelen benoemen van het gebruik van
een waterkrachtcentrale



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwaarte-energie
Het naar beneden stromen van het water, laat een rad draaien.
Hierbij wordt zwaarte-energie omgezet in bewegingsenergie.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwaarte-energie berekenen
zwaarte-energie = massa x hoogte x zwaartekrachtsterkte

Ez=mhg
Ez = zwaarte-energie in Joule (J)
m = massa in kilogram (kg)
h = hoogte in meters (m)
g = zwaartekrachtsterkte (N/kg, altijd 10)

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oefenen 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oefenen 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

E=Pxt
Uit het vorige hoofdstuk kennen we de formule E=Pxt.

Je kunt voor deze formule ook de volgende eenheden gebruiken:
E in Joule (J)
P in Watt (W)
t in seconde (s)

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen 
E = Pxt

E = 57000 J
t =  1 minuut

Wat is P?

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen antwoord
E = Pxt                                                                       1 minuut  = 60 seconde
57000 J = P x 60 s
P = 57000 J / 60 s = 950 W

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rendement
Rendement is het percentage opbrengst.

Rendement is altijd tussen 0% en 100%


Slide 49 - Diapositive

Rendement is een percentage. Dit percentage moet altijd (in de natuurkunde) tussen de 0% en de 100% liggen. Als het getal kleiner is dan 0% en groter dan 100% dan ben je energie aan het maken.

De regel is:
Er kan nooit energie gemaakt worden. Er kan niet zomaar spontaan energie ontstaan. 
Rendement formule
rendement=totaalnuttigx100
η=EtotEnutx100
η=PtotPnutx100
rendement = gekke n

E = energie (J)(kWh)
P =  vermogen (W)

Slide 50 - Diapositive

E= energie in Joule (J) of kiloWattuur (kWh)

P = Vermogen in Watt (W)

Gekke n (Eta) = Is het symbool voor rendement.
Het rendement kun je bereken met de standaard percentage formule:
percentage = deel / geheel x 100%
opdrachten
TG: opdracht 35 tot en met 39 en 41
KB: 47,49,50,51,53,54,56,58,

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions