Past Continuous - Past Simple

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Past Continuous- Past Simple

Vandaag gaan we kijken naar een andere vorm van de verleden tijd: de Past Continuous. 

Vandaag gaan we kijken naar een andere vorm van de verleden tijd: 

 Past Continuous

Een tijdje aan de gang...

De Past Continuous wordt gebruikt om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. In het Nederlands vertalen we dit vaak met "aan het". Kijk maar eens:

They were watching a movie.        Zij waren film aan het kijken.

I was singing a song.                         Ik was een lied aan het zingen.

Dad ... (read) a book when the phone rang.

1. is reading
2. were reading
3. read
4. was reading

You fell asleep when we ...(watch) a movie yesterday!

1. was watching
2. were watching
3. watched
4. are watching

I ............... (try) to repair my bike when he offered to help me.

1. were trying
2. am trying
3. was trying
4. tried

Past Simple - Past Continuous

De Past Simple en de Past Continuous komen regelmatig samen voor in één zin. In het volgende filmpje wordt dit uitgelegd. 

Kijk maar eens:

Past Continuous en Past Simple 

in één zin:

" When Lisa was doing her homework, Mike went to the supermarket."

langste gebeurtenis - Past Continuous
kortste gebeurtenis - Past Simple

Zet in de Past Continuous:

You .... (have) a shower when Stephen called.

I ... (write) the email, when the computer suddenly turned off.

Someone stole his car, when John ... (sleep) last night.

Past simple or Past continuous?

Past simple or Past continuous?

I was having a shower yesterday.

1. Past simple
2. Past continuous

Past simple or Past continuous?


She had a great time last night.

1. Past simple
2. Past continuous

Past simple or Past continuous?

My parents left for Spain this morning.

1. Past simple
2. Past continuous

Past simple or Past continuous?
You were paying attention during the teacher's explanation.

1. past simple
2. past continuous

Sammy ... for us, when we ... off the plane.

1. was waiting, were getting
2. waited, were getting
3. were waiting, got
4. was waiting, got

It ..... (rain) when we .... (leave) the hospital.

1. rained, were leaving
2. was raining, left
3. were raining, left
4. rained, was leaving

I ... (have) a bath while dad ... (read) the newspaper.

1. had, was reading
2. was having, read
3. was having, was reading
4. had, read

Zoals je net zag, kunnen er ook twee lange gebeurtenissen in één zin zitten. Je krijgt dan twee keer een Past Continuous. Vaak staat dan het woordje "while" in de zin.