H7.1 Eerste wet van Newton

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van het onderwerp krachten?

Slide 5 - Question ouverte

H7.1 Eerste wet van Newton
Belangrijke dingen uit de onderbouw:
Kracht (F) wordt gemeten in de eenheid Newton (N)


Er zijn verschillende soorten krachten:
- Zwaartekracht
- Spankracht
- Spierkracht
- Tegenwerkende krachten bv. lucht- en rolwrijving


Slide 6 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton

Slide 7 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton
Een kracht noem je een vectorgrootheid. Dit komt omdat een kracht naast een grootte ook een richting en een aangrijpingspunt heeft.


Slide 8 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton
Een kracht noem je een vectorgrootheid. Dit komt omdat een kracht naast een grootte ook een richting en een aangrijpingspunt heeft.

Bekijk de afbeelding.
VRAAG: Leg uit wat hier de grootte,
de richting en het aangrijpingspunt is. 

Slide 9 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton
Op een voorwerp werken vaak meerdere krachten.

Als je alle krachten bij elkaar optelt, houd je 1 kracht over. 

Dit noemen we de nettokracht.  

Bekijk de afbeelding.
VRAAG: Wat is hier de
nettokracht?

Slide 10 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton

Slide 11 - Diapositive

De fietser fietst met een constante snelheid. Hij levert een voortstuwende kracht van 17 N. Per wiel is de rolweerstand gelijk aan 2,6 Newton.
Hoe groot is de luchtweerstand?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton
Stel je staat in een rijdende tram en ineens remt de tram
(remkracht) met een grote vertraging. 

VRAAG: Wat gebeurt er dan met jou?


Slide 14 - Diapositive

H7.1 Eerste wet van Newton
Stel je staat in een rijdende tram en ineens remt de tram
(remkracht) met een grote vertraging. 

VRAAG: Wat gebeurt er dan met jou?

Dit verschijnsel noem je traagheid
Op jou werkt geen remkracht, dus jij blijft door bewegen.
Pas totdat er een kracht op jou werkt verandert je snelheid (vertraag je).
Hoe groter de massa van een voorwerp hoe groter de traagheid.

Slide 15 - Diapositive

2

Slide 16 - Vidéo

00:35
Gaat dit lukken?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

00:50
Stel dat dit echt is....
Wat voor eigenschappen moeten de spullen op de tafel dan hebben?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Afsluiten
Wat heb je geleerd?
  • Benoem verschillende wrijvingskrachten. 
  • Hoe luidt de eerste wet van Newton?
  • Wat betekent ΣF?
  • Leg uit wat traagheid betekent.

Huiswerk voor vrijdag 8 januari: H7.1: 2, 3, 4 en 7
Lever dit in de juiste inlevermap in op itslearning.

Slide 20 - Diapositive