Leerjaar 2_IB_FR_P2_MYP3Ljaar2 - Cours 3 20250415 Pronoms Possessifs

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
Enlevez votre manteau. 
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos.
Écouteurs dans vos sacs à dos.
Posez vos sacs à dos par terre.
Posez votre ordinateur portable fermé sur la table.
Mettez votre matériel scolaire sur la table.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij VAK
Unit 3: Do you like traditions?/
Aimes-tu les fêtes et les traditions? 
Learner Profile: ....
Reflective/ Reflectief
ATL: ....
Organisation/ Reflection
Related concepts: ....
Context and Purpose
Key concept: ....
Culture encompasses a range of learned and shared beliefs, values, interests, attitudes, products, ways of knowing and patterns of behaviour created by human communities. The concept of culture is dynamic and organic.
Statement of Inquiry : The purpose of traditions depends on the different philosophies, ways of life, and beliefs within a specific cultural context.
Global context: ....
Personal & cultural expression

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • SO
  • Voorkennis/ Connaissances préalables 
  • Leerdoelen opstellen/ Objectifs d’apprentissage
  • Instructie/ Instructions
  • Aan de slag/ Connaissance d'aujourd'hui
  • Reflectie en leerdoelen check/ Réflexion et vérification des objectifs d'apprentissage

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Quelles sont les fêtes que nous célébrons?
What are the holidays we celebrate?

Les pronoms possessifs
Vocabulaire
Comment célèbres-tu ton anniversaire?
How do you celebrate your birthday?
Qu'est-ce qu'un jour férié?
What is a public holiday?

Verbes Aller Vouloir

Qu'est-ce que tu manges lors d'une fête?
What do you eat at a party?

Verbe Faire
Futur proche
Comment identifions-nous la culture avec les fêtes?
How do we identify culture with holidays?

Verbes en -IR

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht periode 3
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
Comment faire des crêpes?
How to make pancakes?

Passé Composé
Les traditions sont-elles essentielles à la culture? Les fêtes et les festivals.
Are traditions essential to culture? Celebrations and festivals.

Passé Composé

Comment analyser un texte visuel?
How to analyze a visual text?
Révision/
Content review

Examen/
Test

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PO
          Le PO sera un dialogue (professeur - étudiant). 
- Nous allons parler sur le thème étudié.
          The PO will be a dialogue (teacher - student).
- We will talk about the subject of the unit (period).

Slide 7 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Écris 2 mots, en français, que tu connais sur le thème des fêtes.
Schrijf 2 woorden, in het Frans, die je kent over het thema: feesten.

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Herziening van de Lesinhoud
* Bezittelijke voornaamwoorden * 
In French, the possessive adjective changes depending on the gender and number of the possessor (mon, ma, mes).

Slide 9 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Un anniversaire se fête:
A
Annuellement
B
Quotidiennement
C
Fréquemment
D
Mensuellement

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Qu'est-ce que c'est?
A
une recette
B
une lettre
C
une chanson
D
une invitation

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

... anniversaire
A
mon
B
ma
C
mes
D
t'

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

... voiture
A
mon
B
ma
C
mes
D
t'

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je vais étudier les pronoms possessifs.
I am going to study the possessive pronouns.
Ik ga de bezittelijke voornaamwoorden studeren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je sais répondre à une invitation d'anniversaire
  • Ja sais pourquoi est-ce qu'on fête le 1er mai.
  • Je sais identifier un infographique.

  • Ik weet hoe ik moet reageren op een verjaardagsuitnodiging
  • Ik weet waarom we 1 mei vieren.
  • Ik weet hoe ik een infographic kan herkennen.
 
 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Correction des Devoirs

Slide 16 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction des Devoirs

Slide 17 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:27
"Est-ce que tu viens pour mon anniversaire?"
A
mon = l'homme qui parle (the man who speaks)
B
mon = un autre ami (another friend)
C
mon = la femme (the woman)
D
mon = aucune personne (nobody)

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:51
"Tous nos amis peuvent venir."
A
nos = l'homme qui parle
B
nos= les amis de l'homme et de la femme. (the friends of the man and the woman.)
C
nos = la femme
D
nos= les amis de l'homme. (the man's friends)

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:01
"Le soir j'invite mes amis."
Choisis la bonne réponse.

A
L'homme a un ami.
B
L'homme a plusieurs amis.
C
L'homme et la femme ont un ami.
D
L'homme et la femme ont plusieurs amis.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:13
"Ma mère" c'est:
A
La mère de l'homme et de la femme.
B
La mère de la femme.
C
La mère d'un ami.
D
La mère de l'homme.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Décris ce que tu fais habituellement pour fêter ton
anniversaire. Quelles sont les traditions dans ton pays ou dans ta famille ?
Beschrijf wat je gewoonlijk doet om je verjaardag te vieren. Wat zijn de tradities in jouw land of familie?
Controlevragen

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Homework
Tu organises une fête. Complète les informations sur votre fête, par écrit, en Français.

Je geeft een feestje. Geef de informatie over uw partij schriftelijk in het Frans.

You are organizing a party. Complete the information about your party, in writing, in French.

Slide 25 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Homework
Then fill out the invitation that will be given to the guests.

Then fill out the invitation that will be given to the guests.
Vul vervolgens de uitnodiging in die aan de gasten wordt meegegeven.

Slide 26 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Instructie
Fête du Travail : Mais porquoi le 1er Mai est-il un jour férié?
Labour Day: But why is May 1st a public holiday?

Le 1er mai comme chaque année, les syndicats de travailleurs défilent partout en France. Mais saviez-vous que cette tradition, qui remonte à 1890, n'est pas française mais américaine, native de Chicago ?
On May 1st, as every year, trade unions march all over France. But did you know that this tradition, which dates back to 1890, is not French but American, originating from Chicago?

Slide 27 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Une infographie
Une infographie est une image qui montre des informations de manière claire et simple. Elle utilise des dessins, des graphiques et du texte pour expliquer des idées ou des données.

An infographic is an image that shows information in a clear and simple way. It uses drawings, graphs, and text to explain ideas or data.

Slide 28 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie - VTR
Visible Thinking Routine
Read
Pair
Share
Read individually.
Talk with a partner and share your ideas related to the reading.
Share your collaborative thoughts with the whole class.

Slide 29 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Apprenez ces verbes.
Learn these verbs.
Être/
Zijn
Avoir/ Hebben
Aller / Gaan
Vouloir/ Willen

Slide 30 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

ÊTRE
AVOIR
Je / J'
suis
ai
Tu
es
as
Il / Elle
est
a
Nous
sommes
avons
Vous
êtes
avez
Ils/ Elles
sont
ont

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het werkwoord "aller" aller = gaan. Net als être (zijn) en avoir (hebben) is aller een onregelmatig werkwoord
Aller
Gaan 
Je vais
Ik ga
Tu vas
Jij gaat
Il / elle  va
Hij / zij ga
on va
wij gaan
nous allons
wij gaan
vous allez
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles vont
zij gaan

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vouloir - Présent 
Frans - Présent
Nederlands
Je veux
Ik wil
Tu veux
Jij wil
Il / elle / on veut
Hij / zij / men wil
Nous voulons
Wij willen
Vous voulez
Jullie willen / u wil
Ils / Elles veulent
Zij willen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homework

Slide 34 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions



Comment célèbres-tu les fêtes de Pâques dans ta famille ?
Hoe vier je Pasen in jouw familie?
Controle activiteiten

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Controlevragen
Le 1er mai c'est la Fête du Travail.
A
Vrai
B
Faux

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Controlevragen
Le 1er mai en France,
on offre un brin de muguet.
A
Vrai
B
Faux

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Controlevragen
Le muguet ne porte pas bonheur .
A
Vrai
B
Faux

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Controlevragen
En France, tout le monde travaille le 1er mai.
A
Vrai
B
Faux

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Que rappelle la Journée Internationale des Travailleurs ?
What does International Workers' Day remind us of?

Controle activiteiten

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Quelle fleur était portée par les manifestants autrefois ?
Which flower was worn by the demonstrators in the past?
Controle activiteiten

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
Je sais répondre à une invitation d'anniversaire
Ja sais pourquoi est-ce qu'on fête le 1er mai.
Je sais identifier un infographique.

Ik weet hoe ik moet reageren op een verjaardagsuitnodiging
Ik weet waarom we 1 mei vieren.
Ik weet hoe ik een infographic kan herkennen.

Slide 44 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions