2023_week26_1mh1_les1_Wiederholung Grammatik

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit

  • mobiel in je tas staat op stil
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Als de timer gestopt is zie ik iedereen de tekst Organisiere deine Schulsachen op blz. 99 lezen

Slide 3 - Diapositive

Lesen
-Lees de tekst Organisiere deine Schulsachen op blz. 99 en maak de bijbehorende opdracht 9


- Klaar: Schrijf de rijtjes van haben & sein herhaaldelijk op totdat de timer is gestopt met de persoonlijke voornaamwoorden ervoor. Hulp op blz. 77
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Was machen wir heute?
  • Leseaufgabe
  • Aufgaben haben & sein besprechen
  • Wiederholung Grammatik 
  • An die Arbeit



Slide 5 - Diapositive

Lernziel
- Aan het einde van de les kan je een rijtje van haben en sein opzeggen.
- Weet je welke grammaticaonderdelen je al goed beheerst en voor welke onderdelen je nog extra moet oefenen.

Slide 6 - Diapositive

Schrijf de regels voor de lidwoorden!
der

die

das

die
  • Bij mannelijke personen/ dieren 
  • De dagen, maanden en jaargetijden
  • Bij vrouwelijke personen/dieren
  • woorden die eindigen op - heit, - keit, - ung, - schaft, -e
  • het-woorden
  • woorden die eindigen op -chen en -lein 
  • alle zelfstandige naamwoorden in het meervoud
timer
4:00

Slide 7 - Diapositive

  1. der
  2. die
  3. der
  4. das
  5. der
  6. die
  7. die
  8. das

Dienstag
Rose
Junge
Mädchen
März
Freiheit
Kinder
Kind

timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Onbepaald lidwoord
een of geen
  • ein of eine 
  • kein of keine

Slide 9 - Diapositive

(de)............ Kinder (=kinderen)
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

(een) ............... Katze(v)
A
ein
B
eine

Slide 11 - Quiz

(een).......... Buch (o)
A
ein
B
eine

Slide 12 - Quiz

(het) ......... Mädchen (=meisje)
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

(geen)............. Lehrer (m)
A
kein
B
keine

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Schrijf op welk persoonlijk voornaamwoord de lidwoorden met het zelfstandig naamwoord krijgen.
  • die Frau
  • das Mädchen
  • das Kind
  • der Hund
  • die Katze
  • der Junge
  •  sie
  • es
  • es
  • er
  • sie
  • er
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

  • Was...?
  • Wann...?
  • Wer...?
  • Wo...?
  • Wie...?
  • Woher...? 
  • Wat...?
  • Wanneer...?
  • Wie...?
  • Waar...?
  • Hoe...?
  • Waar...vandaan? 

Slide 17 - Diapositive

Was
wann
Wer
Wo
Wie
Woher
Wat
Waar
Wanneer
Hoe
Wie
Waar...vandaan.

Slide 18 - Question de remorquage

_________ ist das? Das ist meine Schwester.
A
Wo
B
Wer
C
Was
D
Woher

Slide 19 - Quiz

_______ steht Janneke? Sie steht neben Hannah.
A
Warum
B
Wo
C
Wer
D
Wie

Slide 20 - Quiz

Britt, .....................kommst du? Ich komme aus Amsterdam.
A
Woher
B
Wie
C
Wo
D
Wann

Slide 21 - Quiz

Ik...........(zijn) 13 jaar.

Slide 22 - Question ouverte

Ihr............(hebben) ein schönes Haus.

Slide 23 - Question ouverte

.............(hebben)du ein Haustier?

Slide 24 - Question ouverte

Wir ................(hebben) ein Hund.

Slide 25 - Question ouverte

..............Sie alt?

Slide 26 - Question ouverte

Ingo ..............14 Jahre alt.

Slide 27 - Question ouverte

timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Lernziel
- Aan het einde van de les kan je een rijtje van haben en sein opzeggen.
- Weet je welke grammaticaonderdelen je al goed beheerst en voor welke onderdelen je nog extra moet oefenen.

Slide 29 - Diapositive

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Diapositive

die Hausaufgaben
Leren: 
Leer de samenvatting voor de toetsweek. Schrijf de rijtjes van haben & sein op, de regels voor de lidwoorden, de uitgangen van het zwakke werkwoord, de vraagwoorden en oefen met test jezelf.

Slide 31 - Diapositive

TSCHÜSS!!!

Slide 32 - Diapositive