1. Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
2. Je kunt de volgende niveaus van ecologie beschrijven: individu, populatie,
3. Voedselketen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen
1. Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
2. Je kunt de volgende niveaus van ecologie beschrijven: individu, populatie,
3. Voedselketen
Slide 1 - Diapositive
Alle organismen zijn afhankelijk
Je moet bijv. ergens wonen, voldoende eten hebben. En het liefst zo weinig mogelijk vijanden.
Je wil het helemaal naar je zin hebben.
Een organisme is afhankelijk van vele factoren.
De factoren zijn verdeeld over twee groepen:
De biotische en de abiotische factoren
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Abiotische factoren
Het klimaat-> zeeklimaat, tropisch klimaat, woestijnklimaat
Het weer van de dag -> regen, wind, sneeuw, droogte.
De bodem van het leefgebied -> zand, steen, klei, vruchtbare grond
Is er voldoende water?
Ben je hoog in de bergen?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Biotische factoren
Slide 7 - Carte mentale
A-biotische factoren
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
Een voorbeeld van een individu is:
A
alle dieren op de kinderboerderij
B
Stal met koeien
C
Luuk
D
Een groep walvissen
Slide 10 - Quiz
Zie je op deze foto een individu of zie je tenminste een populatie?
Slide 11 - Question ouverte
Kijken naar alle factoren
We weten dat een individu afhankelijk is van de biotische en abiotische factoren die voorkomen in zijn leefgebied.
Als we naar het leefgebied kijken met alle factoren spreken we van een ECOSYSTEEM
Slide 12 - Diapositive
abiotisch factoren biotisch factoren
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Verschil levensgemeenschap en ecosysteem
Bij een levensgemeenschap kijken we naar alle biotische factoren in een gebied. Dus alle organismen in een gebied, hun voedsel, de concurrenten en hun vijanden
Bij een ecosysteem kijken we naar alle biotische en abiotische factoren in een gebied. Dus levensgemeenschap + alle abiotische factoren.
Slide 15 - Diapositive
Ecologie
Een studie naar de wisselwerking van alles wat het leven van een individu beïnvloed.
Slide 16 - Diapositive
Basisstof 1 Leerdoelen
Je kunt de voedselrelaties van organismen aangeven.
Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
Slide 17 - Diapositive
Herhaling
basisstof 1
Slide 18 - Diapositive
De mens is in de voedselketen een:
A
producent
B
reducent
C
consument
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Wat is de producent in dit voedselketen?
A
zeehond
B
haring
C
krill
D
algen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Voedselketen
Wie is
hier
de
producent?
Slide 24 - Diapositive
Voedselketen
Hoeveel schakels heeft dit voedselketen?
Slide 25 - Diapositive
Waarom begint een voedselketen altijd met een plant?
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf 5 belangrijke woorden op die je van deze les onthouden hebt!