Week 40 - periode 1 - Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Volg de les mee op LessonUp!

Pak:

-je agenda,

-je boek+schrift,

-je Chromebook

Valt je iets op?

Vrijdag 8 oktober

Wat gaan we doen:

• H. 1.5-Spelling, blz. 30
• Quizje over theorie H.1.5-Spelling
• Huiswerk vrijdag 15-10, 5e uur:

                                  --> H.1.5 blz. 30 - opdracht  2+3   

                                          > 3 fouten? Maak opdr. 4, 5, 6

                                          < 3 fouten? Maak opdr. 7 en 8

Kijk je werk na in Classroom

Aan het einde van deze les ...

• . . . kun je de leestekens en aanhalingstekens toepassen in de huiswerkopdrachten 
• . . . weet je weer wat de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud is
• . . . kun je de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud toepassen in de huiswerkopdrachten 

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

De komma ontbreekt in de volgende zin:

'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'

 

De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

1) tussen twee persoonsvormen,

 -->Als je hard gerend hebt, rust je even uit op het gras.

2) tussen delen van een opsomming

  -->Leg je schift, je Chromebook en je lesboek op tafel

3) tussen bijvoeglijke naamwoorden:

  -->Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.

4) voor voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, als, indien,               maar, aangezien, doordat en terwijl.

5) Bij tussenwerpsels --> Je hoeft niet te helpen, hoor.

      Hé, luister eens naar me.

6) Bij aansprekingen --> Nina, let eens op. Ga eens wat doen, Erik!

Een komma hoort:

-->Pak je boek erbij

-->Ga naar H. 1.5-Spelling, blz. 31

-->We lezen samen het stukje                       onderaan over 'Aanhalingstekens'

 

pv-tt-ev

Wat staat hier?

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam

ik fiets

ik praat

ik vind

fiets jij

praat jij

vind jij

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t

zij praat

het regent

Fred vindt

Nikola beantwoor... de vraag

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord op

wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Quizje! 

Vul in: 

de code (linksonder in het scherm) en doe mee!

Het jongetje vroeg aan zijn moeder: ‘Zijn we er bijna’?

1. Goed
2. Fout

Thomas zei ‘Daar heb ik geen zin in.’

1. Goed
2. Fout

1. hij bediend
2. hij bedient

Wat (betekenen) dit woord?

1. betekent
2. betekendt
3. betekend

Werkwoordspelling?

1. Makkie!
2. Gaat best prima
3. Toch wel weggezakt
4. Lastig!

-->Chromebook opruimen

-->Pak je boek+schrift erbij

-->Ga naar H. 1.5-Spelling, blz. 30

 

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag - Pak je boek+schrift

MAKEN: H.1.5 blz. 30 - opdracht 2+3   

                                          > 3 fouten? Maak opdr. 4, 5, 6

                                          < 3 fouten? Maak opdr. 7 en 8

 Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Zelfstandig, in stilte

 Steek je vinger op

-Kijk opdrachten na in Classroom

-Maak een samenvatting van H.1.2, H.1.5, H2.2, als hulp   bij het leren voor de toetsweek