Les 1

Bienvenue à votre premier cours de français
😊
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue à votre premier cours de français
😊

Slide 1 - Diapositive

le planning d'aujourd'hui= de planning van vandaag.

- Introductie van het vak.
De planning voor deze periode.
Uitleg programma's waarmee we werken. 
Begin maken aan de hand van instructie en opdrachten.
Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

In een deel van Canada wordt Frans gesproken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Tijdens de Franse bezetting was de Franse taal van 1810 tot 1813 de officiële taal naast het Nederlands. Onder de leiding van wie?
A
Willem de II
B
Francois Hollande
C
George Washington
D
Lodewijk Napoleon

Slide 15 - Quiz

'Horloge' is oorspronkelijk een ... woord.
A
Nederlandse
B
Franse
C
Engelde
D
Duitse

Slide 16 - Quiz

Wat is de meest bezochte bezienswaardigheid in Frankrijk?
A
De Eifeltoren
B
De Notre- Dame
C
Le Louvre
D
De Champs Élysées

Slide 17 - Quiz

De Mona Lisa staat in:
A
Het Rijksmuseum
B
Musée d'Orsay
C
De Louvre
D
The National Gallery

Slide 18 - Quiz


Slide 19 - Question ouverte

Dit is GEEN Franse merk?
A
Chanel
B
Louis Vuitton
C
Marc Jacobs
D
Yves Saint Laurent

Slide 20 - Quiz

Deze artiest zingt GEEN Frans?
A
Stromae
B
Justin Bieber
C
Soolking
D
Maitre Gims

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

(mijn) père
(mijn) cousine
(haar) cousins
(haar) père
(jouw) oncle
ma
mes
son
mon
ton
ses

Slide 23 - Question de remorquage

Merci pour votre attention et au prochain cours! 

Slide 24 - Diapositive

être
Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
jij bent
Jullie zijn
hij is
ik ben
zij zijn
wij zijn

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Diapositive

le
la
l'
les
ami
foot
garçons
natation
fille
élève
parents
frère

Slide 27 - Question de remorquage

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 28 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar het bijbehorende plaatje
La France
La piscine
Le poisson
La famille
La tente

Slide 29 - Question de remorquage

un
une
la fille
l'hôtel m
le camping
La tante
La soeur
Le garçon

Slide 30 - Question de remorquage

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 31 - Question de remorquage