Monohybride kruisingen

Erfelijkheid
Monohybride kruisingen

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Erfelijkheid
Monohybride kruisingen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les
Ik kan monohybride kruisingen uitwerken t/m de F2 generatie.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Neem het kruisingsschema over en vul de F2 in

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat is de genotypeverhouding in de F2?

En wat is de fenotypeverhouding?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Schrijf de hele kruising uit en maak er een foto van.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Wat is stap 1 om een monohybride kruising op te lossen?
A
Wat is het genotype van de ouders?
B
Wat kunnen ouders doorgeven in de geslachtscellen?
C
Welke gegevens weet je?
D
Maak een kruisingsschema

Slide 23 - Quiz

Wat is stap 2 om een monohybride kruising op te lossen?
A
Wat is het genotype van de ouders?
B
Wat kunnen de ouders in de geslachtscellen doorgeven?
C
Welke gegevens weet je?
D
Maak een kruisingsschema

Slide 24 - Quiz

Wat is stap 3 om een monohybride kruising op te lossen?
A
Wat is het genotype van de ouders?
B
Wat kunnen de ouders in de geslachtscellen doorgeven?
C
Welke gegevens weet je?
D
Maak een kruisingsschema

Slide 25 - Quiz

Wat is stap 4 om een monohybride kruising op te lossen?
A
Wat is het genotype van de ouders?
B
Wat kunnen de ouders in de geslachtscellen doorgeven?
C
Welke gegevens weet je?
D
Maak een kruisingsschema

Slide 26 - Quiz

Hoorns 
Bij runderen is het gen voor het ontbreken van hoorns (H) dominant over het gen voor het aanwezig zijn van hoorns (h).
Een stier is homozygoot voor het aanwezig zijn van hoorns en wordt gekruist met een koe die heterozygoot is voor deze eigenschap.
Bepaal de F1 generatie. Doe dit volgens de stappen 1 t/m 4.

Slide 27 - Diapositive

Plaats hier je foto van de berekening van de F1

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Cavia's
Bij cavia's is het gen voor zwarte haarkleur (H) dominant over het gen voor witte haarkleur (h).
Een zwarte cavia die homozygoot is voor haarkleur paart met een witte cavia.
De nakomelingen in de F1 paren onderling waardoor een F2 generatie ontstaat.
Bepaal de F1 en de F2 generatie.

Slide 30 - Diapositive

Maak een foto van deze kruising

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Ik begrijp hoe ik een monohybride kruising maak t/m de F2-generatie.
0100

Slide 33 - Sondage

volgende slide
bevat een link naar een oefentoets over dit onderwerp

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

en als je meer wilt oefenen:
zie de volgende slide!

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien