LGD gevorderd 2

LGD basis 2
Verrijkte degen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

LGD basis 2
Verrijkte degen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Benoemen wat een verrijkt deeg betekent
  • Grondstoffen van een verrijkt deeg benoemen
  • Volgorde van bereiding verrijkt deeg
  • Kritische punten benoemen bij verwerking verrijkt deeg

Slide 2 - Diapositive

Zoek een product op wat is gemaakt van een verrijkt deeg

Slide 3 - Question ouverte

Welke extra grondstoffen voeg je toe voor de verrijking?

Slide 4 - Carte mentale

De 'hulp' grondstoffen
De verrijking door extra grondstoffen 
toe te voegen:
Met als doel: zoeter/ malser/ smeuïger eindproduct

Suiker: 
                                     In de vorm van verschillende kristalgroottes.
                                     voor kleur/ volume en smaak.
                               

Slide 5 - Diapositive

vetstof voor pizzadeeg mag olijfolie zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Lien

Waar laat je het deeg rusten tussen de bewerkingen?
A
op je werkbank
B
bij de oven
C
in de koelkast

Slide 8 - Quiz

Bereiding
Toevoegen van boter vaak later in het kneedproces; 
  • boter doorkneden
  • plastische toerboter intoeren

Bij boter doorkneden kan bij
een te warm deeg laat de boter smelten, te koude boter kan zich niet goed mengen met het deeg.
Kneed de boter pas halverwege door wanneer er al een glutennetwerk gevormd is.

Na de bereiding is er altijd een korte bol- bulkrijs.
Het deeg wordt daarna in voorslag plat terug gekoeld.

Slide 9 - Diapositive

Het ontwikkelen van gluten gebeurt tijdens de mengfase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is een zetsel?

Slide 11 - Question ouverte

Voor het bereiden van een zetsel wordt alle deegvocht gebruikt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Getoerde degen
Bereiding deeg: 

  • dit is dezelfde bereiding als een verrijkt deeg, hier zit minder boter/suiker en geen ei in.
  • rest gedeelte boter wordt ingetoerd

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet de handeling van uitrollen en laagjes vormen?
A
uitrollen
B
opstapelen
C
vouwen
D
toeren

Slide 14 - Quiz

Getoerde degen
Toeren:
  • werk met koude degen om de fermentatie tegen te gaan.
  • laagjes scheuren niet en blijven hierdoor behouden
  • deeg is door de stevigheid minder elastisch maar wel rekbaar
  • aantal toeren is afhankelijk hoeveel laagjes er gevormd moeten worden.
  • tijdens het uitrollen/toeren werk je met de uitrolmachine, let op de stappen die je neemt               rol niet dunner dan 7mm.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Toervetstof moet hard zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Verwerken tot product
  • werk in een koele omgeving tegen fermentatie
  • gebruik scherpe snij- gereedschappen om laagjes te behouden
  • liniaal 

Slide 18 - Diapositive

3

Slide 19 - Vidéo

00:52
Welke maat gebruiken we voor chocolade croissanst?
A
16 x 10 cm
B
16 x 16 cm
C
16 x 8 cm
D
8 x 8 cm

Slide 20 - Quiz

01:45
Hoeveel chocoladestaafjes gaan er in een chocolade croissant?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 21 - Quiz

03:06



Eigen producten maken is beter dan inkopen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Narijs 
Narijs in de rijskast is vaak langer dan 'gewoon' gistdeeg omdat het deeg koel is na het verwerken.
De fermentatie duurt hierdoor langer
Rijskast is niet te warm, 28 graden, om de boter intact te laten. 


Slide 23 - Diapositive

Canvas
Luxe Gerezen Degen les 2
  • Magazine verrijkte degen
  • Theorieopdracht verrijkte degen

Slide 24 - Diapositive

Les 3 SVH

Slide 25 - Diapositive