H4 27-08-2024

Programme du cours de mardi 9/2
Sujet: 
1. la meilleure innovation de ces derniers temps (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion)
  • Comment utiliser les sources de la méthode
  • Rétroaction à propos des réactions du cours de lundi.

2. l'innovation la plus inutile ou la plus inquiétante (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion (aspects positifs et négatifs)
Mardi, le 27 août 2024
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programme du cours de mardi 9/2
Sujet: 
1. la meilleure innovation de ces derniers temps (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion)
  • Comment utiliser les sources de la méthode
  • Rétroaction à propos des réactions du cours de lundi.

2. l'innovation la plus inutile ou la plus inquiétante (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion (aspects positifs et négatifs)
Mardi, le 27 août 2024

Slide 1 - Diapositive

Les buts

Ik kan vertellen/ iets schrijven over mijn vrijetijdsbesteding en ik maak daarbij gebruik van le présent & le passé composé.

Slide 2 - Diapositive

Les verbes réguliers 
en -er, -ir et -re

Slide 3 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden 
In het Frans zijn er drie groepen regelmatige werkwoorden: 
  1. Werkwoorden op -er
  2. Werkwoorden op -ir
  3. Werkwoorden op -re



-er
aimer, parler, manger, voyager, marcher, jouer
-ir
choisir, mentir, avertir, finir, punir, remplir, réussir
-re
vendre, répondre, perdre, mordre, entendre, descendre, correspondre, attendre

Slide 4 - Diapositive

Vervoeg het volgende werkwoord:
jij blijft (rester)
A
je restes
B
tu restes
C
je reste
D
tu restent

Slide 5 - Quiz

La règle: verbes réguliers en -er
  1. Haal -er van het hele werkwoord af om de stam te vinden:  Jouer    jou
  2. Je moet nu uitzoeken welk onderwerp er wordt gebruikt. Wie 'doet' het ? 
  3. Zet nu de juiste uitgang achter het werkwoord. 

Een werkwoord bestaat altijd uit een pronom personnel, een stam 
en een uitgang. De uitgang plak je direct achter de stam. 
Voorbeeld: Je joue

Slide 6 - Diapositive

Les verbes -ir

Slide 7 - Diapositive

Vervoeg:
nous (finir)

Slide 8 - Question ouverte

Regelmatige werkwoorden in de présent vervoegen,
dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

UItzonderingen / bijzonderheden
Als een werkwoord begint met een klinker of h, dan gebruik je in 
de ik-vorm geen je maar j'
Voorbeeld: J'habite, j'aime, j'adore

Als de stam van een werkwoord eindigt op een g, dan gebruik je in de nous-vorm de uitgang -eons in plaats van -ons
Voorbeeld: Nous voyageons, nous mangeons

Slide 10 - Diapositive

Sleepvraag
Koppel de juiste vorm van avoir 
aan het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 11 - Diapositive

Sleepvraag
Koppel nu de juiste vorm van het werkwoord être
aan het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 12 - Diapositive

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands de V.T.T.
Oftewel: onderwerp + vorm van zijn of hebben + voltooid deelwoord.

Bijvoorbeeld: ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan

In het Frans is de passé composé (V.T.T.): 
onderwerp + vorm van avoir of être + voltooid deelwoord

Slide 13 - Diapositive

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est

Slide 14 - Question de remorquage

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 15 - Diapositive

STAP 1
Kies of je de passé composé gaat maken met 
être of met avoir

Slide 16 - Diapositive

Wanneer gebruik je avoir of être als hulpwerkwoord?

Gemakkelijke (maar niet altijd opgaande) regel:
gebruik hetzelfde hulpwerkwoord als wij in het Nederlands doen, exemple:
ik heb gegeven =
j' ai donné
hij is binnengekomen =
il est entré

Slide 17 - Diapositive

Wanneer het hulpww être in de passé composé?
  • Bij de wederkerende ww (met me,te,se, nous, vous, se):
Nous nous sommes levés tôt   = We zijn vroeg opgestaan
Je me suis lavé à 8h                      = Ik heb me gewassen om 8 uur
  • Bij de werkwoorden uit de volgende tekening: ze geven meestal een beweging aan, maar ook de ww naître (geboren worden), mourir (sterven) en rester (blijven) worden met être vervoegd.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hulpww être: voltooid deelwoord past zich aan onderwerp aan!
  •  mannelijk enkelvoud:     X
  •  vrouwelijk enkelvoud:    + e
  •  mannelijk meervoud:     + s
  •  vrouwelijk meervoud:    + es

En wat te doen als mannelijk en vrouwelijk gemengd zijn?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

STAP 2

Maak het voltooid deelwoord .

Slide 22 - Diapositive

Voltooid deelwoord zelf maken:
  • Het werkwoord eindigt op -er: haal -er weg, zet er é voor in de plaats.
    Bijvoorbeeld: regarder  --> regarder --> regard --> regardé

  • Het werkwoord eindigt op -re: haal -re weg, zet er u voor in de plaats.
          Bijvoorbeeld: attendre --> attendre --> attend --> attendu

  • Het werkwoord eindigt op -ir: haal -ir weg, zet er i voor in de plaats.
    Bijvoorbeeld: choisir  --> choisir  --> chois  --> choisi

Slide 23 - Diapositive

STAP 3
LET OP!!!!
Deze stap doe je alléén als je bij stap 1 gekozen hebt voor être als hulpww!

Slide 24 - Diapositive

Deze stap alleen doen als je voor être gekozen hebt!
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
Je suis venu
e
Je suis venue
Meervoud
s
Ils sont venus
es
Elles sont venues

Slide 25 - Diapositive

Even oefenen
L'accord is de extra -e, -s of -es die je kunt krijgen als je être als hulpwerkwoord hebt gekozen.
Hier gaan wij nu mee oefenen.

Slide 26 - Diapositive

Son épouse est ______ à Paris.
A
arrivé
B
arrivée
C
arrivés
D
arrivées

Slide 27 - Quiz

Les garçons sont ________ à la maison.
A
rentré
B
rentrée
C
rentrés
D
rentrées

Slide 28 - Quiz

Son père est __________ à Paris.
A
allé
B
allée
C
allés
D
allées

Slide 29 - Quiz

Ik begrijp wanneer ik een e of een s toe moet voegen.

Slide 30 - Sondage

Vervoeg:
tout le monde (répondre)

Slide 31 - Question ouverte

Devoirs
Apprendre
- Vocabulaire SSL Woordenlijst 

Faire
- GL A Mes passe-temps
Faites les exercices :




Slide 32 - Diapositive