Herhalen hoofdstuk 4 (3H)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom 1MH2!

Welkom 3Ha!

In deze Lesson up

In deze les herhalen we hoofdstuk 4.

Paragraaf 4.1

Cijfermateriaal

Informatie uit een artikel halen

• Lees het artikel aandachtig en helemaal!
• Maak altijd een tabel van de gegevens. 

Grote getallen

Duizend    1 000  

Miljoen      1 000 000

Miljard       1 000 000 000

Biljoen       1 000 000 000 000

Biljard        1 000 000 000 000 000 

10​3​​

10​6​​

10​9​​

10​12​​

10​15​​

Extra

Biljoen en Biljard hoef je niet perse te kennen, zijn wel handig om al van te weten!

Dit moet je kunnen:

• De juiste gegevens uit een artikel halen en ordelijk weergeven(in een tabel!).
• Rekenen met grote getallen (vb 325 x 214 miljoen).
• Grote getallen afronden.

Paragraaf 4.2

Tabellen

Dit moet je kunnen:

• Missende waarden in een tabel uitrekenen door de juiste informatie uit een tabel te gebruiken. 

Paragraaf 4.3

Procentuele veranderingen

Procentuele verandering

Je kunt een procentuele verandering berekenen op de volgende manier:

Dit moet je kunnen

• Een procentuele verandering berekenen. 

Paragraaf 4.4

Vermenigvuldigingsfactor

De vermenigvuldigingsfactor

Procent op procent

Dit moet je kunnen:

• De vermenigvuldigingsfactor berekenen bij een procentuele toename of een procentuele afname.
• NIEUW berekenen met behulp van de vermenigvuldigingsfactor.
• De vermenigvuldigingsfactor berekenen bij 2 procentuele veranderingen na elkaar. 

Paragraaf 4.5

Rekenen met procenten

OUD berekenen bij een procentuele verandering

Dit doe je door te delen door de vermenigvuldigingsfactor.

(zie het voorbeeld hiernaast)

DEEL naar TOTAAL

Het TOTAAL vind je door het deel te delen door de vermenigvuldigingsfactor die hoort bij het percentage.

(zie het voorbeeld hiernaast)

Dit moet je kunnen:

• OUD berekenen bij een procentuele toename of procentuele afname.
• Het TOTAAL berekenen als je alleen het DEEL en percentage weet. 

Paragraaf 4.6

Diagrammen en procenten

Diagrammen

In de paragraaf is herhaald welke diagrammen er allemaal zijn:

• beelddiagram
• staafdiagram
• cirkeldiagram
• lijndiagram
• histogram
• steel-bladdiagram

Misleidende diagrammen

Soms zijn diagrammen misleidend, het belangrijk dat je jezelf het volgende afvraagt:

• Is het duidelijk waar het diagram over gaat? (opschrift ed)
• Staat er voldoende informatie langs de assen?
• Geeft de schaalverdeling langs de assen de juiste indruk? (denk hierbij aan het gebruik van een scheurlijn)

Dit moet je kunnen:

• Aangeven wat de voor of nadelen van een bepaalde diagram zijn in een situatie.
• Onderzoeken of een diagram misleidend is en dit beargumenteren. 

Klaar!

Dit was e herhaling van hoofdstuk 4, veel succes met het voorbereiden voor de toets!