Werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling basis

Drie tijden:

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooide tijd

Werkwoorden

Twee verschillende werkwoorden:

1. Sterke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden

Sterk of zwak?

Sterke werkwoorden veranderen als de tijd verandert:

Ik loop   >   Ik liep

Ik lees   >   Ik las

Zwakke werkwoorden krijgen 'de' of 'te' als de tijd verandert:

Ik stop   >   Ik stopte 

Ik roei   >   Ik roeide

Les 1: tegenwoordige tijd

Wat gaan we doen?

• Uitleg tegenwoordige tijd
• Oefenen

Tegenwoordige tijd

1. Stam:               hele werkwoord -en                   (worden -> word)
2. Ik:                       geen 't'                                             Ik word
3. Niet ik:              + t                                                       Jij wordt/Hij wordt
4. Meervoud:      hele werkwoord                          Wij worden

'Ik word volgende week twintig jaar oud.'

'Daan wordt volgende week twintig jaar oud.'

Uitzondering

tegenwoordige tijd

De tegenwoordige tijd heeft één uitzondering:

Staat er 'je' of 'jij' achter het werkwoord? Dan tóch geen 't'.

'Word jij volgende week twintig jaar oud?'

Maar let op!

Is de persoon achter het werkwoord iemand anders dan waar je tegen spreekt? Dan wél een 't'.

'Wordt je zusje volgende week twintig jaar oud?' 

('je zusje' is namelijk niet hetzelfde als 'je' of 'jij' en daarom geen uitzondering op de regel.)

Wat is de juiste spelling?

'Patrick ... niet van groente.' (houden)

1. Houd
2. Hou
3. Hout
4. Houdt

Wat is de juiste spelling?

'Ik ... in mijn nieuwe auto.' (rijden)

1. Rijt
2. Rijd
3. Rij
4. Rijdt

Wat is de juiste spelling?

'... je vriend morgen 18 jaar?' (worden)

1. Word
2. Wordt

Oefenen

Studiemeter > Starttaal Online > 2F > Taalverzorging > Werkwoordspelling

Tegenwoordige tijd

Les 2: verleden tijd

Wat gaan we doen?

• Uitleg verleden tijd
• Oefenen

Verleden tijd:   'T eX-FuCKSCHaaP

1. Stam:                      hele werkwoord -en                  (zagen -> zaag)
   
2. Laatste letter van stam in 't ex-fuckschaap?
3. Ja:                             +te
4. Nee:                          +de
5. Meervoud:             extra 'n'

'Ik zaagde de takken van de boom, toen kiepte hij de kruiwagen om en zo bouwden wij verder aan onze tuin.'

Uitzondering!

Als een werkwoord eindigt op -ven en -zen, dan eindigt de stam op 'v' en 'z'. 

De 'v' en de 'z' zitten niet in TaXiKoFSCHiP en dus komt er de(n) achter de stam (ook al eindigt de ik-vorm wel op 'f' of 's').

Zweven        >        zwev       >      ik zweefde 

Voorbeelden:

leven   >   lev   >   leef   >   leefde(n)

verhuizen   >   verhuiz   >   verhuis   >   verhuisde(n)

erven   >   erv   >   erf   >   erfde(n

vrezen   >   vrez   >   vrees   >   vreesde(n)

Wat is de juiste spelling?

'Vorig jaar ... ik vaak door het bos.' (wandelen)

1. Wandelte
2. Wandelde

Wat is de juiste spelling?

'Donna ... als kind al erg goed.' (schaatsen)

1. Schaatste
2. Schaatsde

Wat is de juiste spelling?

'De meisjes ... toen door de zaal.' (dansen)

1. Dansde
2. Dansten
3. Dansden
4. Danste

Wat is de juiste spelling?

'Hij praat.. over zijn drugsverleden.'

1. te
2. e

Wat is de juiste spelling?

'Sjoerd strikt.. zijn veters.'

1. te
2. e

Wat is de juiste spelling?

'Hannah voerd.. haar katten altijd 's avonds.'

1. e
2. de

Oefenen

Studiemeter > Starttaal Online > 2F > Taalverzorging > Werkwoordspelling

Verleden tijd

Les 3: voltooid deelwoord

Wat gaan we doen?

• Uitleg voltooid deelwoord
• Oefenen

Les 3: voltooid deelwoord

... wordt gebruikt als iets af is en dus klaar is.

Lopen   >   Ik heb deze week 10 km gelopen.

Gaan   >   Tim is vanmorgen naar huis gegaan.

Maken   >   Mijn fiets is eindelijk gemaakt.

Voltooid deelwoord

Kan beginnen met:     'ge'   |   'be'   |   'ver'

En eindigen op:               't'    |    'd'    |    'en'

1. Ik heb dat werkboek gebruikt.
2. Mr. Custers heeft dat beloofd.
3. De overheid heeft dat verboden.

Voltooid deelwoord

Waar het voltooid deelwoord mee begint, en of het eindigt op 'en' of 't/d' moet je weten. Hier zijn geen regels voor.

Het verschil tussen 't' of 'd' kun je gelukkig wel bepalen met een regeltje.

Voltooid deelwoord

Stam:                     hele werkwoord -en                           (zagen -> zaag)

  

Laatste letter van stam in TaXiKoFSCHiP?

Ja:                            +t

Nee:                        +d

'Ik heb haar bedankt, omdat zij mij zo goed heeft verzorgd.'

Wat is de juiste spelling?

'Mijn auto is goed ...' (verzekeren)

1. Verzekert
2. Verzekerd
3. Geverzekerd
4. Geverzekert

Wat is de juiste spelling?

'Sjors heeft hard ...' (werken)

1. Gewerkt
2. Gewerkd

Wat is de juiste spelling?

'Dat verhaal heb ik nooit ...' (geloven)

1. Geloofd
2. Gelooft

Wat is de juiste spelling?

'Haar kleding is helemaal besmeur..'

1. t
2. d

Wat is de juiste spelling?

'Indonesisch eten is vaak erg gekrui..'

1. t
2. d
3. dt

Wat is de juiste spelling?

'Hannah heeft snel het vuur gedoof..'

1. t
2. d

Oefenen

Studiemeter > Starttaal Online > 2F > Taalverzorging > Werkwoordspelling

Voltooid deelwoord