Phone calls in English

Heb je in je stage al eens een gesprek in het Engels gevoerd? Ja/nee? Waar ging dit over?
1 / 39
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Heb je in je stage al eens een gesprek in het Engels gevoerd? Ja/nee? Waar ging dit over?

Slide 1 - Question ouverte

Vind je het voeren van een Engels gesprek met een klant lastig? ja/nee Wat maakt het lastig voor je?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

How to prepare a phone call:


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Grammar survey phonecalls

Can I speak to someone about + noun/verb + -ing
I'm calling about + noun/verb + -ing
It's with regard to + noun/verb + -ing
It's about + noun/verb + -ing
I'm phoning because of + noun
I'd like to + infinitive
I'm phoning to + infinitive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

I'm calling to arrange a meeting.

Slide 12 - Question ouverte

It's with regard to placing an order.

Slide 13 - Question ouverte

It's about Natalie, I'm afraid.

Slide 14 - Question ouverte

I'm phoning because of requesting a brochure.

Slide 15 - Question ouverte

I like speaking to someone about the project.

Slide 16 - Question ouverte

I'd like to have a chat.

Slide 17 - Question ouverte

I'm phoning to ask for a catalogue.

Slide 18 - Question ouverte

It's with regard to your request for a brochure.

Slide 19 - Question ouverte

I'll put/connect you through.

Slide 20 - Question ouverte

Let me just see if someone's available to answer/deal with this

Slide 21 - Question ouverte

You need to speak to my colleague. I'll try/transfer his number for you.

Slide 22 - Question ouverte

I'll just connect/call you to the person in charge of this.

Slide 23 - Question ouverte

I'll transfer/put you to Silvia.

Slide 24 - Question ouverte

I'll put you on/back to reception.

Slide 25 - Question ouverte

Zeg dat je verkeerd verbonden bent.

Slide 26 - Question ouverte

Zeg dat de lijn slecht is.

Slide 27 - Question ouverte

Zeg dat de verbinding verbroken was.

Slide 28 - Question ouverte

Zeg dat je de klant doorverbindt.

Slide 29 - Question ouverte

Vraag of iemand dat nog even wilt herhalen.

Slide 30 - Question ouverte

Zeg dat je de laatste zin niet helemaal goed hebt verstaan.

Slide 31 - Question ouverte

Zeg dat je mevrouw Smith wilt spreken.

Slide 32 - Question ouverte

Zeg dat je iets zult navragen.

Slide 33 - Question ouverte

Zeg dat je terug zult bellen.

Slide 34 - Question ouverte

Zeg dat je over ongeveer een half uur terugbelt.

Slide 35 - Question ouverte

Vraag met wie je spreekt.

Slide 36 - Question ouverte

Vraag of je een boodschap kunt achterlaten.

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive