4V Periode 2 - PA3 H5+6 Les 6 (02/03-12-2024)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl6 heeft klascode llozc
A4sptl7 heeft klascode lxowd

Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl6 heeft klascode llozc
A4sptl7 heeft klascode lxowd

Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  
- Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 
- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking en het meewerkend voorwerp.  

Slide 2 - Diapositive

El programa
  1. INFO, DEBERES (10m)
  2. ¿QUÉ HAS COMPRADO? K ej. 33+34 (10m)
  3. OFERTAS y DESCUENTOS, H ej. 24-26 (20m)
  4. COLOMBIA / ECUADOR  (15m) 
  5. Evaluación (5m)


<- ¿Para qué sirven las pilas?
Sirven para ....

Slide 3 - Diapositive

INFO Periode 2
Tema: Ir de compras, viajar, clima, países
Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + leesteksten + evt. extra boekje
Studiewijzer komt op Teams, 2 clases por semana
ACA dinsdag 5e uur

Exámenes y tareas
  • Kennistoets Hoofdstuk 5 + aanvulling -> 13 december 2024 (Op uitwisseling? Dan 7 januari 2025 aca-uur) -> 60 minuten
  • Schrijftoets -> toetsweek 2
  • Portfolio-opdrachten: leesvaardigheid (vóór de kerstvakantie ) + schrijfvaardigheid (na de kerstvakantie nabespreken) 

Slide 4 - Diapositive

Info opdracht leesvaardigheid
Cultura en el mundo hispanohablante: Colombia o Ecuador.
  • en grupos de 2 personas
  • seleccionad un país, Colombia o Ecuador
  • Leed el texto 'Presentación' + contestad las preguntas.
  • Seleccionad otro texto sobre el mismo país, leed + contestad las preguntas.
Entregar: 17 dec 2024 wordt antwoordenblad gedeeld -> nakijken + reflectie -> inleveren 18 december 2024 op teams.

Slide 5 - Diapositive

Vocabulario (WB p.83-84)



ESCRIBE frases con: 
pagar = betalen
gastar - uitgeven
ganar = verdienen
Atención: Gebruik verschillende personen / werkwoordstijden!

P.S. Weet je de woorden van vorige keer nog?
timer
2:00
woord van de week: 
pagar 
(betalen)
palabra del día:
gastar 
(besteden) 

.

Slide 6 - Diapositive

Los deberes fueron
Estudiar: 
- herhalen bron J (trappen van vergelijking) > preguntas en las próximas páginas, incl. pronombre demostrativo
- bron K frases clave

Hacer: afmaken oef 22 -> próxima página
ejercicio 23, 28, 30 -> comprobar con hoja de respuestas

Slide 7 - Diapositive

Trappen van vergelijking
'Jouw auto is net zo mooi als de mijne.'
A
Tu coche es más bonito que el mío.
B
Tu coche es menos bonito que el mío.
C
Tu coche es tan bonito como el mío.
D
Tu coche es mejor que el mío.

Slide 8 - Quiz

Trappen van vergelijking.
'Jouw cijfer is beter dan het mijne.'
A
Tu nota es tan buena como la mía.
B
Tu nota es mejor que la mía.
C
Tu nota es peor que la mía.
D
Tu nota es muy buena.

Slide 9 - Quiz

Trappen van vergelijking
Kies de juiste vertaling
Een fiets is minder snel dan een motor.
A
Una bici es menos rápida que una moto.
B
Una bici es más rápida que una bici.
C
Una bici es menos rápida que una moto.
D
Una bici es tan rápida como una moto.

Slide 10 - Quiz

Trappen van vergelijking:
Mijn moeder is de slimste.
A
Mi madre es la más inteligente.
B
Mi madre es mejor.
C
Mi madre es tan inteligente.
D
Mi madre es más inteligente.

Slide 11 - Quiz

dit/dat/deze/die:
Ik vind deze video leuk.
Me gusta ......... vídeo.
A
esto
B
esta
C
este
D
ese

Slide 12 - Quiz

dit/dat/deze/die:
Ik wil die broek passen.
Quiero probar ........... pantalones.
A
estos
B
ese
C
estas
D
esos

Slide 13 - Quiz

Comprobar ejercicio 22
Ejercicio 22a
1 Over bijzondere uitvindingen.
2 Ja, ik kan me geen leven meer zonder tv of mobiele telefoon voorstellen.
3 Wat zijn de verschillende uitvindingen en waar dienen ze voor.
Ejercicio 22b     1 b,   2 b,  3 b
Ejercicio 22c
1 Het probleem dat je ergens weg van huis bent en zonder batterij komt te zitten van bijv. mobieltje.
2 Ze zijn duur en niet zo modern.
3 Een bagage-jas. Het is een tas met allemaal vakjes maar bij de check-in doe je hem aan als een jas en telt hij dus niet de kilo's mee als (over-)bagage
4 Geen overgewicht betalen van je bagage.
5 Dat ze hem gaan verbieden.



Slide 14 - Diapositive

Comprobar ejercicio 23, 28, 30
Hoja de respuestas

Slide 15 - Diapositive

¡Está de oferta!
Los anuncios 
(de advertenties)

Fuente H
Escuchar: ejercicio 25ab (WB B p.70) 




Ej. 25ab

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

PRACTICAR
Vais a practicar  el vocabulario y las frases.
Hacer: ejercicio 24, 26
(WB B p.68)




Klaar? Maak oef. 34.
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

¿Qué has comprado? (frases clave, 15m)
Hacemos el ejercicio 33 + 34 (WB B p.77-78)
      ¿Para qué sirve...? 
      = Waarvoor dient ....?
                                                      servir (i) = dienen

HACER: 
  1. Ej. 33a, individualmente
  2. Ej. 33bc, en parejas
  3. Ej. 34, describe el artículo de tu vecino, individualmente
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

REFLEXIÓN

Slide 20 - Diapositive

Welk onderdeel vond je het meest leerzaam en waarom?

Slide 21 - Question ouverte

Deberes
Estudiar: 
Herhaal alvast de woordjes (5.1-5.4) en Frases Clave (E&K) voor de tussentoets. 
Bestudeer alvast de grammatica (H4-bron D & I, H5-bron D & I) voor de tussentoets. 

Hacer: 
maken 24, 26, 34

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vocabulario 5.4 (WB p.84)



ESCRIBE frases con: 
'sin embargo' 
'equivocarse' 
'ahorrar'
Atención: Gebruik verschillende personen / werkwoordstijden!


timer
3:00
woord van de week: 
ahorrar 
(sparen)
palabra del día:
equivocarse 
(zich vergissen) 

.

Slide 24 - Diapositive

REFLEXIÓN

Slide 25 - Diapositive

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Slide 26 - Carte mentale

Evaluación
Wat was de opdracht waar je het meest van hebt geleerd, en waarom?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Slide 29 - Carte mentale

Vocab 5.1
het geluk
A
la talla
B
la suerte
C
el descuento
D
la tarjeta

Slide 30 - Quiz

Vocab 5.1
paskamer
A
demasiado
B
probador
C
equivocarse
D
diseñar

Slide 31 - Quiz

Vocab 5.1
sparen
A
gastar
B
probar
C
devolver
D
ahorrar

Slide 32 - Quiz

¿Qué más has aprendido?

Slide 33 - Carte mentale

Kijk terug op deze les:
Wat ging goed en wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 34 - Question ouverte

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, geen jassen of telefoons in de klas (telefoon meteen in de muurtas)
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
  4. als de docent spreekt, ben je stil
  5. vragen? hand opsteken
  6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, mail of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Slide 35 - Diapositive

Info Tarea Escribir: '¿Adónde vamos?'
Hacer: Tarea, Werkboek B p.119-121 + TB p.76

Entregar: 8 januari 2024 nabespreken in de les




Slide 36 - Diapositive

Info ICT, huiswerk


Lessonup.app:   
  • aanmelden, linkje staat in magister bij de eerste les Spaans van dit schooljaar. 

Huiswerk:
  • Op magister staat je rooster, maar het huiswerk staat op Teams. Houd het huiswerk goed bij!
  • Er is een Tegel in Teams voor jouw cluster Spaans


Slide 37 - Diapositive

Practicar: Pretérito indefinido
EXPLICACIÓN
  • in welke situaties je de verschillende verleden tijden gebruikt, TB p.101-102 nr. 21.  Zie ook de korte uitleg op de volgende slide.
  • vervoegingen regelm. ww (TB p.27) 
  • vervoegingen onregelm. werkwoorden (TB p.51)

OPDRACHT: Kies optie 1 en/of optie 2 (volgende slides, blauw)
Pretérito indefinido

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Opción 1: Practicar las conjugaciones
Je oefent nu online met:
  • kies werkwoorden uit de woordenlijst van dit hoofdstuk en uit de groene grammaticablokken van de 'indefinido'

Ga naar Verbuga.(google op 'verbuga Spaans')
Links: vink de werkwoorden aan die je gaat oefenen
Rechts: klik op 'pretérito indefinido'

Slide 40 - Diapositive

Opción 2: El uso de los pasados
Zoek in de leestekst bron C zinnen waarin een verleden tijd voorkomt. 
Schrijf die zinnen op. 
Leg uit waarom perfecto / imperfecto / indefinido in die zinnen wordt gebruikt en wat het werkwoord in die zinnen precies betekent. 
Zoek ca. 5-8 zinnen.

Necesitas ayuda?
Lee TB p.101-102, nr. 21

Slide 41 - Diapositive

vocab 4.2
de taille, het middel
A
la cintura
B
la joven
C
el hombro
D
apenas

Slide 42 - Quiz

Frases clave.
Traduce:
Dat lijkt me goed.
A
Te llevo una revista.
B
Me parece bien.
C
Me duele la pierna.
D
Estoy enfermo.

Slide 43 - Quiz

Pretérito indefinido (verbos regulares):

Van 2014 tot 2018 woonden we in Leusden.
A
De 2014 a 2018 vivieron en Leusden.
B
De 2014 a 2018 vivimos en Leusden.
C
De 2014 a 2018 viviste en Leusden.
D
De 2014 a 2018 vivisteis en Leusden.

Slide 44 - Quiz