4V Periode 2 - PA3 H5+6 Les 6 (1-12-2023)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl1: kdkzs
A4sptl7: rzmlm
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A4sptl1: kdkzs
A4sptl7: rzmlm
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Diapositive

Vocabulario (WB p.83-84)



ESCRIBE frases con: 
pagar 
gastar
ganar
Atención: Gebruik verschillende personen / werkwoordstijden!


timer
3:00
woord van de week: 
pagar 
(betalen)
palabra del día:
gastar 
(besteden) 

.

Slide 2 - Diapositive

El programa
  1. INFO, DEBERES (10m)
  2. ¿QUÉ HAS COMPRADO? K ej. 33+34 (10m)
  3. OFERTAS y DESCUENTOS, H ej. 24-26 (20m)
  4. COLOMBIA / ECUADOR  (15m) 
  5. Evaluación (5m)


<- ¿Para qué sirven las pilas?
Sirven para ....

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  
- Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 
- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking en het meewerkend voorwerp.  

Slide 4 - Diapositive

INFO Periode 2
Tema: Ir de compras, viajar, clima, países
Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + leesteksten + evt. extra boekje
Studiewijzer op Teams, 2 clases por semana
KWG maandag 3e lesuur: zet van tevoren je leervragen in het formulier.

Exámenes y tareas
  • Kennistoets Hoofdstuk 5 + aanvulling (15 december 2023)
  • Schrijftoets (toetsweek 2)
  • Portfolio-opdrachten: leesvaardigheid (18 december 2023 nakijken/bespreken -> 8 januari) + schrijfvaardigheid (8 januari 2024 nabespreken) 

Slide 5 - Diapositive

Los deberes fueron
Estudiar: 
- herhalen bron J (trappen van vergelijking) > preguntas en las próximas páginas, incl. pronombre demostrativo
- bron K frases clave

Hacer: afmaken oef 22 -> próxima página
ejercicio 23, 28, 30 -> comprobar con hoja de respuestas

Slide 6 - Diapositive

Trappen van vergelijking
Jouw auto is net zo mooi als de mijne.
A
más bonito que
B
menos bonito que
C
tan bonito como
D
mejor que

Slide 7 - Quiz

Trappen van vergelijking.
Kies de juiste vertaling
Jouw cijfer is beter dan mijn cijfer.
A
tan buena como
B
mejor que
C
peor que
D
muy buena

Slide 8 - Quiz

Trappen van vergelijking
Kies de juiste vertaling
Een fiets is minder snel dan een motor.
A
menos rápida que
B
más rápida que
C
menos rápida
D
tan rápida como

Slide 9 - Quiz

dit/dat/deze/die:
Ik vind deze video leuk.
Me gusta ......... vídeo.
A
esto
B
esta
C
este
D
ese

Slide 10 - Quiz

dit/dat/deze/die:
Ik wil die broek passen.
Quiero probar ........... pantalones.
A
estos
B
ese
C
estas
D
esos

Slide 11 - Quiz

Comprobar ejercicio 22
Ejercicio 22a
1 Over bijzondere uitvindingen.
2 Ja, ik kan me geen leven meer zonder tv of mobiele telefoon voorstellen.
3 Wat zijn de verschillende uitvindingen en waar dienen ze voor.
Ejercicio 22b     1 b,   2 b,  3 b
Ejercicio 22c
1 Het probleem dat je ergens weg van huis bent en zonder batterij komt te zitten van bijv. mobieltje.
2 Ze zijn duur en niet zo modern.
3 Een bagage-jas. Het is een tas met allemaal vakjes maar bij de check-in doe je hem aan als een jas en telt hij dus niet de kilo's mee als (over-)bagage
4 Geen overgewicht betalen van je bagage.
5 Dat ze hem gaan verbieden.



Slide 12 - Diapositive

Comprobar ejercicio 23, 28, 30
Hoja de respuestas

Slide 13 - Diapositive

¿Qué has comprado? (frases clave, 15m)
Hacemos el ejercicio 33 + 34 (WB B p.77-78)
      ¿Para qué sirve...? 
      = Waarvoor dient ....?
                                                      servir (i) = dienen
HACER: 
  1. Ej. 33a, individualmente
  2. Ej. 33bc, en parejas
  3. Ej. 34, describe el artículo de tu vecino, individualmente

¿TERMINADO? Haz ejercicio 24 (WB B p.70)
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

¡Está de oferta!
Los anuncios 
(de advertenties)

Fuente H
Escuchar: ejercicio 25ab (WB B p.70) 




Ej. 25ab

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

PRACTICAR
Vais a practicar  el vocabulario y las frases.
Hacer: ejercicio 24, 26
(WB B p.68)
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Opdracht leesvaardigheid
Cultura en el mundo hispanohablante: Colombia o Ecuador.
  • en grupos de 2 personas
  • seleccionad un país, Colombia o Ecuador
  • Leed el texto ' Presentación' + contestad las preguntas.
  • Seleccionad otro texto sobre el mismo país, leed + contestad las preguntas.
  • comprobar _ escribir reflexión

Entregar en teams, 19 diciembre 2023

Slide 18 - Diapositive

REFLEXIÓN

Slide 19 - Diapositive

Welk onderdeel vond je het meest leerzaam en waarom?

Slide 20 - Question ouverte

Deberes
Estudiar: 
Herhaal alvast de woordjes (5.1-5.4) en Frases Clave (E&K) voor de tussentoets. 
Bestudeer alvast de grammatica (H4-bron D & I, H5-bron D & I) voor de tussentoets. 

Hacer: 
maken 24, 26, 34

Slide 21 - Diapositive

REPASO GRAMÁTICA (15m)
1) aanwijzend voornaamwoord (klas 2) TB p.95 
uitleg in TB p.95 + onder oogje
maken oef 28

2) trappen van vergelijking
uitleg in bron J + onder oogje
maken oef 30 

Optie: 
zelfstandig bestuderen OF uitleg in kleine groep
openen voor afbeelding
openen voor afbeelding

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

De trappen van vergelijking, fuente J
Mi casa es cara, pero ....
   la casa de mi vecino es más cara que mi casa.
Mi libro es caro, pero...
   tu libro es más caro que mi libro.

más ... que
menos ... que
tan .... como

el más caro / la más cara = de duurste (overtreffende trap)
                                          

Slide 24 - Diapositive

Extra uitleg: De trappen van vergelijking, fuente J
Extra uitleg? 
  1. Ve el vídeo.
  2. Estudia la explicación en tu libro, TB. p.63, fuente J.
  3. Je boek legt niet alleen de stellende en de vergrotende trap uit, maar ook de 'overtreffende trap'. Bestudeer de uitleg goed.

Slide 25 - Diapositive

Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso) 
EXPLICACIÓN:
Kijk de filmpjes en/of bestudeer de leerstof in je boek. 
Maak daarna de opdrachten op de volgende pagina.


Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp

Slide 26 - Diapositive

Meewerkend en lijdend voorwerp
Objeto indirecto (meewerkend voorwerp)
  • Compro un regalo para ti. -> Te compro un regalo.
  • DIALOGO: ¿Me compras un regalo? -> Si, te compro un regalo. / No, no te compro un regalo.

Objeto directo (lijdend voorwerp)
  • Compro un regalo para ti. -> Lo compro para ti.
  • DIALOGO: ¿Compras un regalo para mi?  -> Si, lo compro para ti. / No, no lo compro para ti. 

En nu vervang je zowel lijdend als meewerkend voorwerp.
  • DIALOGO: ¿Me compras un regalo? -> Si, te lo compro. / No, no te lo compro. 
                                          =>  ESTUDIAR: fuente D, TB p.58 (lijdend voorwerp)

Slide 27 - Diapositive

Is het lijdend voorwerp een persoon? 
Dan 'a' voor het zelfstandig naamwoord of de eigennaam. 

Slide 28 - Diapositive

Gramática: practicar
1. TRAPPEN VAN VERGELIJKING (uitleg TB p.51)
  • Hacer ejercicio 29 (p.72-74)

2. MEEWERKEND EN LIJDEND VOORWERP (uitleg TB p.91)
  • Hacer ejercicio 14c frase 6-8 + ejercicio 15 frase 1-5 (WB B p.62)

¿ Terminado?
Ga naar de volgende slide en  oefen met de verleden tijden.

Slide 29 - Diapositive

Repaso: pretérito indefinido 
1. Herhaal de pretérito indefinido: TB p.101 nr. 19
2. Bestudeer de onregelmatige werkwoorden H4 bron I : 
  • estar (zich bevinden, zijn)
  • ser (zijn)
  • ir (gaan)
  • hacer (doen, maken)
  • tener (hebben)
3. Ga naar verbuga.eu/Esmi/ (of google 'verbuga spaans')
  • Links op het scherm: Kies een werkwoord uit het lijstje.
  • Rechts op het scherm:  Kies 'pretérito indefinido'.
4. OEFEN (ook thuis). Wanneer het goed gaat voeg je een extra werkwoord uit het lijstje toe.


timer
10:00

Slide 30 - Diapositive

Vocab 5.1
paskamer
A
demasiado
B
probador
C
equivocarse
D
diseñar

Slide 31 - Quiz

Vocab 5.1
het geluk
A
la talla
B
la suerte
C
el descuento
D
la tarjeta

Slide 32 - Quiz

Vocab 5.1
sparen
A
gastar
B
probar
C
devolver
D
ahorrar

Slide 33 - Quiz

Vocab 5.2
het seizoen
A
la temporada
B
la calma
C
la tela
D
la disponibilidad

Slide 34 - Quiz

Vocab 5.2
bedienen
A
atender
B
sobrar
C
ocuparse de
D
distinguirse

Slide 35 - Quiz

Info ICT, toetsen, huiswerk
Toets:
  • Examen (toetsweek): Paso adelante volumen 3, capítulo 4 + pretérito indefinido

Lessonup.app:   
  • aanmelden, linkje staat in magister bij de eerste les Spaans van dit schooljaar. 
  • aanmelden kan ook met de klascode     A4sptl1: kdkzs;     A4sptl7: rzmlm

Huiswerk:
  • Op magister staat je rooster, maar het huiswerk staat op Teams. Houd het huiswerk goed bij!
  • Er is een Tegel voor jouw cluster Spaans: vrijdag A4sptl1 / maandag A4sptl7. Daar vind je de studiewijzer -> samen bekijken


Slide 36 - Diapositive

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, geen jassen of telefoons in de klas (telefoon meteen in de muurtas)
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
  4. als de docent spreekt, ben je stil
  5. vragen? hand opsteken
  6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, mail of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Slide 37 - Diapositive