Wiskunde - aftrekkingen tot 1000

Wiskunde - aftrekkingen tot 1000
Succes!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeLager onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wiskunde - aftrekkingen tot 1000
Succes!

Slide 1 - Diapositive

Schrijf het
getal voluit:

H
T
E

Slide 2 - Question ouverte

Noteer het getal voluit.
6H 9T 8E

Slide 3 - Question ouverte

Uit hoeveel D, H, T en E bestaat het getal 1000? (...D ...H ...T ...E)

Slide 4 - Question ouverte

Wat is in deze rij het grootste getal?
874 – 478 – 48 – 78 – 748 – 784 – 847 – 487

Slide 5 - Question ouverte

Bij welke getallen heeft het cijfer 5 de waarde van 500?
5H
8 520
8 250
5 155
7 515
9 510
9 105

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is in deze rij het kleinste getal?
101 – 111 – 11 - 10 – 1 – 1000 – 100

Slide 7 - Question ouverte

11 ... 17
15 ... 15
18 ... 16
<
>
=

Slide 8 - Question de remorquage

Betaal met zo weinig mogelijk briefjes en munten.
€ 13,75

Slide 9 - Question de remorquage

Meester Joris heeft 650 euro. Hij wil een nieuw mandje kopen voor zijn puppy. Dit kost 170 euro. Hoeveel euro heeft meester Joris nog over?
A
520 euro
B
620 euro
C
580 euro
D
480 euro

Slide 10 - Quiz

Wat krijg ik terug?
Ik koop:
75 euro
Ik betaal:
85 euro
A
15 euro
B
5 euro
C
10 euro
D
20 euro

Slide 11 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is 7 uur.
B
Het is 12 uur.
C
Ik weet het niet.
D
Het is half 12.

Slide 12 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half 10.
B
Het is 6 uur.
C
Het is half 11.
D
Ik weet het niet.

Slide 13 - Quiz

200 - 5
A
195
B
150
C
185
D
205

Slide 14 - Quiz

650 - 90
A
590
B
550
C
560
D
570

Slide 15 - Quiz

160 - 80
A
80
B
100
C
60
D
120

Slide 16 - Quiz

620 - 120
A
420
B
500
C
520
D
400

Slide 17 - Quiz

Het verschil van een aftrekking verandert niet als je bij beide termen evenveel aftrekt of optelt...
WAAR
NIET WAAR

Slide 18 - Sondage

Vul aan...
100 - 75 - ? - 25
A
55
B
45
C
50

Slide 19 - Quiz

Ik vond dit een leuk spel :)
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quiz