Herhaling H4

Herhaling H4
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling H4

Slide 1 - Diapositive

Afronden op 1 decimaal
4,53529 wordt

Slide 2 - Question ouverte

Afronden op 2 decimalen
4,53529 wordt

Slide 3 - Question ouverte

Afronden op een geheel getal
4,53529 wordt

Slide 4 - Question ouverte

Afronden op een honderdtal
1852 wordt

Slide 5 - Question ouverte

Afronden op een duizendtal
1852 wordt

Slide 6 - Question ouverte

Afronden op een tienduizendtal
14920 wordt

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf uit in cijfers
9,2 miljoen

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf uit in cijfers
8,42 miljard

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de waarde van het aangegeven cijfer?
3896 Waarde van 3 = ?
A
honderdtallen
B
duizendtallen
C
eenheden
D
tientallen

Slide 10 - Quiz

De waarde van de 4 is waard:
7653,14
A
400
B
0,4
C
4
D
0,04

Slide 11 - Quiz

Zet de volgende getallen op de goede volgorde:

Duizend
Miljard
Miljoen
Biljoen

Slide 12 - Question de remorquage

Zet de getallen op volgorde van klein naar groot.
1,23
1,2
1,225
1,05

Slide 13 - Question de remorquage


Is dit een verhoudingstabel?
    2
    6
   20
    5
    9
   50
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is de verhouding in deze tabel?
A
1 op 9
B
1 op 3
C
3 op 27
D
10 op 90

Slide 15 - Quiz

Hoeveel flessen zitten er in 7 kratten?
A
56
B
60
C
70
D
63

Slide 16 - Quiz

Een merk shampoo is in de aanbieding. Winkel A heeft 5 stuks voor € 10. Winkel B heeft 2 stuks voor € 3,90. Welke winkel is goedkoper?
A
Winkel A
B
Winkel B

Slide 17 - Quiz

Welk netje sinaasappels is in verhouding goedkoper?
A
Het linkernetje
B
Het rechternetje

Slide 18 - Quiz

rond dit bedrag af bij contante betaling:
€ 4,52

A
€ 4,52
B
€ 4,55
C
€ 4,50
D
€ 5,00

Slide 19 - Quiz

7,86 is afgerond bij contant betalen
A
7,85
B
7,86
C
7,90
D
7,80

Slide 20 - Quiz

In leerjaar 1 zitten 130 leerlingen. In een bus passen 63 leerlingen. Hoeveel bussen zijn nodig om alle leerlingen te kunnen vervoeren?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 21 - Quiz

Wat is geen veelvoud van 7?
A
14
B
28
C
41
D
49

Slide 22 - Quiz

Wat is geen deler van 24?
A
4
B
6
C
8
D
13

Slide 23 - Quiz

Is 14 een even of oneven getal?
A
Even
B
Oneven

Slide 24 - Quiz

Is 11 een even of oneven getal?
A
Even
B
Oneven

Slide 25 - Quiz

Dat was m!

Slide 26 - Diapositive