All Right! - Unit 1 - SO voorbereiding

Leren en oefenen
SO Unit 1 - California
Leerstof: Lesson 1.2 + 1.3
WORDS + GRAMMAR + EXPRESSIONS

Tijdens deze les ga je:
  • Leren
  • Oefenen
  • Overhoren
  • Testen

Aan het einde van de les weet je voor jezelf wat je nog goed moet leren/oefenen voor de SO!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leren en oefenen
SO Unit 1 - California
Leerstof: Lesson 1.2 + 1.3
WORDS + GRAMMAR + EXPRESSIONS

Tijdens deze les ga je:
  • Leren
  • Oefenen
  • Overhoren
  • Testen

Aan het einde van de les weet je voor jezelf wat je nog goed moet leren/oefenen voor de SO!

Slide 1 - Diapositive

WORDS
Leer en overhoor elkaar met WORDS: 
- Study Box Lesson 2 - p. 39 ('Appearances')
- Study Box Lesson 3 - p. 41 ('Food an drink')

Oefen ook de spelling in 
de woordtrainer 
in All Right! online.
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

GRAMMAR - meervoud






Log in om te testen of je het begrepen hebt!
Meervoud in Engels:
woord + s
car - cars
bird - birds
Eindigt het woord op sis-klank?
woord  + es
box - two boxes
match - matches
Sommige woorden die eindigen met -o:
woord + es
potatoe - potatoes
hero - heroes
Eindigt het woord op medeklinker en -y?
-y verandert in -ies
city - cities
baby - babies
Eindigt het woord op -f of -fe:
-f of -fe wordt meestal -ves
knife - knives
wolf - wolves

Slide 3 - Diapositive

Meervoud van:
car

A
car
B
cars
C
caren
D
cares

Slide 4 - Quiz

Meervoud van:
pizza
A
pizza's
B
pizzas
C
pizzez
D
pizzaz

Slide 5 - Quiz

Meervoud van:
life
A
life
B
lifes
C
lives
D
livez

Slide 6 - Quiz

Meervoud van:
wolf
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 7 - Quiz

Meervoud van:
phone
A
phonez
B
phones
C
phonees
D
phone

Slide 8 - Quiz

Meervoud van:
elf
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 9 - Quiz

Meervoud van:
knife
A
knife
B
knifes
C
knive
D
knives

Slide 10 - Quiz

Meervoud van:
baby
A
baby's
B
babies
C
babys
D
babie's

Slide 11 - Quiz

Meervoud van:
lady

Slide 12 - Question ouverte

Meervoud van:
potato

Slide 13 - Question ouverte

Meervoud van:
box

Slide 14 - Question ouverte

Meervoud van:
table

Slide 15 - Question ouverte

Meervoud van:
bus

Slide 16 - Question ouverte

Meervoud van:
party

Slide 17 - Question ouverte

GRAMMAR: persoonlijke voornaamwoorden
you
me
us
them
him
you
her
it

Slide 18 - Diapositive

GRAMMAR: bezittelijke voornaamwoorden
mijn =
jouw =
zijn =
haar = 
zijn/haar =
onze = 
jullie =
hun = 
= van mij
= van jouw
= van hem
= van haar
xxxxxxxxxx
= van ons
= van jullie
= van hen

Slide 19 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
ev = enkelvoud
mv = meervoud
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij (MV)
Ik
Jullie
Hij
Zij (EV)
Het

Slide 20 - Question de remorquage

Match de juiste vertalingen van de bezittelijke voornaamwoorden.
his
my
her
their
your
our
its
mijn
zijn
jouw
haar
onze
hun
zijn/haar

Slide 21 - Question de remorquage

Match de juiste vertalingen van de bezittelijke voornaamwoorden.
hers
his
yours
theirs
ours
mine
van hen
van haar
van ons
van jouw
van hem
van mij

Slide 22 - Question de remorquage

EXPRESSIONS
Leer en overhoor elkaar met EXPRESSIONS:
Study Box Lesson 3 - p. 41/42 (Expression A + B + C + D)


Maak als laatste de Test Yourself in All Right! online, waar je alle leerstof voor de SO kunt testen!

Slide 23 - Diapositive