A1c Fictie les 1 week 6

Fictie
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie

Slide 1 - Diapositive

Planning

De komende weken gaan we aan de slag met het werkboekje Fictie.

Deze week (week 6):
uitleg werkboekje Fictie
Blz. 3 werkboekje maken opdr. 1 en 2
(inleveren ma 15-02 via Teams)

Week 7:
werkboekje Fictie
Blz. 4 t/m 6 maken opdr. 3 en 4 
(inleveren ma 01-03 via Teams)

Week 9:
Werkboekje Fictie
Blz. 7 t/m 13 maken opdr. 5 t/m 7 
(inleveren ma 08-03)

Slide 2 - Diapositive

Wat is fictie volgens jou?

(Schrijf je antwoord ook in je schrift op.)

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Fictie
Verhalen die zijn geschreven om je te amuseren (vermaken) zijn fictie. Ze hebben een hoofdpersoon van wie je weet wat hij of zij denkt en voelt. Het zijn verhalen die verzonnen zijn.
Er is realistische en niet-realistische fictie.


Non-fictie
Alle teksten die zijn geschreven met een ander doel dan je te amuseren (bijvoorbeeld informeren of overtuigen) zijn non-fictie. Het zijn teksten die gaan over de werkelijkheid en waarin feiten staan.

Slide 5 - Diapositive

Welke vormen vallen onder fictie?

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)
timer
2:30

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)
timer
2:30

Slide 7 - Question ouverte

Noem 4 vormen van non-fictie.

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)
timer
2:30

Slide 8 - Question ouverte

Huiswerk week 6
Werkboekje Fictie blz. 3 maken opdr. 1 en 2
Inleveren ma 15-02 via opdrachten in Teams.

Slide 9 - Diapositive

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
A
:)
B
:|
C
:(

Slide 10 - Quiz

Zet in de chat in Teams een emoji die weergeeft hoe jij je voelt vandaag.

Slide 11 - Diapositive