Fictie les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Fictie

Planning

De komende weken gaan we aan de slag met het werkboekje Fictie.

Deze week:

uitleg werkboekje Fictie

Blz. 3 werkboekje maken opdr. 1 en 2

(inleveren ma 15-02 via Teams)

Volgende week:

werkboekje Fictie

Blz. 4 t/m 6 maken opdr. 3 en 4 

(inleveren ma 01-03 via Teams)

Derde week:

Werkboekje Fictie

Blz. 7 t/m 13 maken opdr. 5 t/m 7 

(inleveren ma 08-03)

Wat is fictie volgens jou?

(Schrijf je antwoord ook in je schrift op.)

Fictie

Verhalen die zijn geschreven om je te amuseren (vermaken) zijn fictie. Ze hebben een hoofdpersoon van wie je weet wat hij of zij denkt en voelt. Het zijn verhalen die verzonnen zijn.

Er is realistische en niet-realistische fictie.

Non-fictie

Alle teksten die zijn geschreven met een ander doel dan je te amuseren (bijvoorbeeld informeren of overtuigen) zijn non-fictie. Het zijn teksten die gaan over de werkelijkheid en waarin feiten staan.

Welke vormen vallen onder fictie?

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)

Noem 4 vormen van non-fictie.

(Schrijf je antwoord ook op in je schrift.)

Huiswerk deze week

Werkboekje Fictie blz. 3 maken opdr. 1 en 2

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

1. :)
2. :|
3. :(