G3A tekst 23

De les van 13 mei

  • T 23, r. 1-9 (zorg dat je je schrift en TB bij de hand hebt)








 
Weektaak die 18 mei af moet zijn

  • leren: basisvocabulaire t/m 24 
  • leren: gramm. 5.9 drills drillster
  • maken en nakijken:ergon 20, ergon 21 (1, 2), ergon 22
  • afmaken les 23
    : kijk na en maak een foutenanalyse. De foutenanalyse stuur je op (Magisteropdracht)



    1 / 12
    suivant
    Slide 1: Diapositive
    GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

    time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

    Éléments de cette leçon

    De les van 13 mei

    • T 23, r. 1-9 (zorg dat je je schrift en TB bij de hand hebt)








     
    Weektaak die 18 mei af moet zijn

    • leren: basisvocabulaire t/m 24 
    • leren: gramm. 5.9 drills drillster
    • maken en nakijken:ergon 20, ergon 21 (1, 2), ergon 22
    • afmaken les 23
      : kijk na en maak een foutenanalyse. De foutenanalyse stuur je op (Magisteropdracht)



      Slide 1 - Diapositive

      Ἤκουσα λόγον παρὰ τῶν Κορινθίων περὶ
      Ἀρίονος, τοῦ ἀρίστου κιθαρῳδοῦ πάσης
      τῆς Ἑλλάδος. Περὶ δὲ τῆς τοῦ λόγου τούτου
      ἀληθείας οἱ Λέσβιοι τοῖς Κορινθίοις ὁμολογοῦσιν.

      Van de Korinthiërs hoorde ik een verhaal over Arion, de beste citerzanger van heel Griekenland. Over de waarheid van dat verhaal zijn de inwoners van Lesbos het met de Korinthiërs eens.

      Slide 2 - Diapositive

      Noteer de tijd en (in Nederlandse letters) het werkwoord van herkomst van ἤκουσα (r. 1)

      Slide 3 - Question ouverte

      Het wemelt in r. 1-4 van de genitivi. Welke van de volgende vormen is GEEN genitivus?
      A
      ἀρίστου (r. 2)
      B
      Ἑλλάδος (r. 3)
      C
      ἀληθείας (r. 4)
      D
      Κορινθίοις (r. 4)

      Slide 4 - Quiz

      Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van λόγου (r. 3)

      Slide 5 - Question ouverte

      Οὗτος γὰρ ὁ Ἀρίων ποτὲ εἰς τὴν Ἰταλίαν ἔβη,
      οὗ ἐν βραχεῖ χρόνῳ πολλὰ χρήματα ἔλαβεν.

      Deze Arion namelijk ging ooit naar Italië, waar hij in korte tijd veel bezit kreeg/geld verdiende.

      Slide 6 - Diapositive

      Noteer de tijd en (in Nederlandse letters) het werkwoord van herkomst van ἔβη (r. 5)

      Slide 7 - Question ouverte

      Wat is het andere getal van βραχεῖ (r. 6)?
      A
      βραχείαις
      B
      βραχέων
      C
      βράχεσι
      D
      βραχειῶν

      Slide 8 - Quiz

      Ἔπειτα δ᾽ ὀπίσω εἰς τὴν Ἑλλάδα ἀπονοστεῖν
      ἐπεθύμησεν καὶ πλοῖον Κορινθίων ναυτῶν
      ηὗρεν· τοῖς γὰρ Κορινθίοις πᾶσιν ἐπίστευεν.

      Daarna verlangde hij ernaar terug naar Griekenland te reizen en hij vond een schip van Korinthische zeelui; Korinthiërs vertrouwde hij namelijk allemaal/Want hij vertrouwde alle Korinthiërs.

      Slide 9 - Diapositive

      Noteer de tijd en (in Nederlandse letters) het werkwoord van herkomst van ηὗρεν (r. 9)

      Slide 10 - Question ouverte

      Noteer naamval, geslacht, getal en de functie van de naamval van Κορινθίοις (r. 9)

      Slide 11 - Question ouverte

      Huiswerk donderdag: maken T 23, r. 10-20 (foto)

      Weektaak die 18 mei af moet zijn

      • leren: basisvocabulaire t/m 24 
      • leren: gramm. 5.9 
      • maken en nakijken: ergon 20, ergon 21 (1, 2), ergon 22
      • afmaken les 23: kijk na en maak een foutenanalyse. Stuur foto's van je nagekeken werk (fouten verbeterd in andere kleur) en foutenanalyse op.



        Slide 12 - Diapositive