Trede 14: kort en bondig, lezen ORANJE

Nederlands trede 14
kort en bondig: lezen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Nederlands trede 14
kort en bondig: lezen

Slide 1 - Diapositive

Lieve leerlingen,
Welkom bij trede 14. 

Je gaat de komende weken aan de slag met 2 dingen: lezen en schrijven
We beginnen deze week met lezen. Dit ga je leren:
1. Je herkent hoofdzaken en bijzaken
2. Je herkent kernzinnen


Lees de uitleg en maak de opdrachten. 
Vragen? Stel je vraag in de chat of via Google Meet. Succes!

Groetjes,
Mevrouw Sloterdijk

Slide 2 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Alle belangrijke informatie in de tekst over dat onderwerp noemen we hoofdzaken.

De minder belangrijke informatie noemen we bijzaken.

Slide 3 - Diapositive

Welk begrip hoort erbij?

Beschrijft in 1 woord waar de tekst over gaat.
A
onderwerp
B
hoofdzaak

Slide 4 - Quiz

Welk begrip hoort erbij?

Belangrijkste informatie over een onderwerp.
A
onderwerp
B
hoofdzaak

Slide 5 - Quiz

Hoofd- en bijzaken
Waar kun je hoofdzaken vinden?

1. In de titel en de tussenkopjes. 
2. In de belangrijkste zinnen van een alinea. Deze staan vaak vooraan of achteraan in een alinea.

Kijk eens naar de volgende video.

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Wat is het nut van het herkennen van hoofdzaken? Kies de juiste antwoorden.
A
Ze maken het makkelijker om een tekst te leren of na te vertellen.
B
Ze maken het makkelijker om een samenvatting te maken.
C
Ze maken de tekst leuker om te lezen.
D
Ze maken de tekst korter om te lezen.

Slide 8 - Quiz

Lees de tekst
In het volgende scherm zie je de tekst: 'Neushoorn in nood'.

Bekijk de tekst en beantwoord daarna de vragen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Wat is het onderwerp van de tekst?
Noteer het in één woord.

Slide 11 - Question ouverte

Bekijk de titel.
Noteer een hoofdzaak van de tekst.

Slide 12 - Question ouverte

Bekijk de tussenkopjes.
Noteer nog drie hoofdzaken. Geef ze weer in één of twee woorden.

Slide 13 - Question ouverte

Lees de tekst onder de kopjes.
Kijk nog eens naar je antwoord op de vorige vraag. Hier noteerde je de hoofdzaken in één of twee woorden.
Noteer ze nu in de vorm van een zin.

Slide 14 - Question ouverte

Lekker bezig!
Goed bezig topper!
Je kunt nu even pauzeren.

We gaan zo weer verder!


Slide 15 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken
Naast de hoofdzaken staan er ook bijzaken in de tekst.

Bijzaken zijn minder belangrijke zaken in een tekst. Dit kunnen voorbeelden of extra uitleg zijn.

Slide 16 - Diapositive

Lees de tekst
In het volgende scherm zie je de tekst: 'Zonder donorlever was ik nu dood'.

Bekijk de tekst en beantwoord daarna de vragen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Wat is het onderwerp van de tekst?


A
Donorlever
B
Mensen interviewen
C
Ziektes
D
Pubers

Slide 19 - Quiz

Lees alinea 2.
Schrijf twee bijzaken op.

Slide 20 - Question ouverte

Lees alinea 4 onder het kopje 'Zelf donor'.
In deze alinea wordt een voorbeeld genoemd. Welk voorbeeld? Schrijf het in je eigen woorden op.

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf van alinea 2 tot en met 4 een hoofdzaak en een bijzaak op.
Schrijf het in je eigen woorden op.

Slide 22 - Question ouverte

Kernzinnen
Een kernzin is de belangrijkste zin in een alinea. Het is de kern van wat je wilt zeggen.
Na de kernzin volgt meestal een uitleg of een voorbeeld. 


De kernzin is meestal de eerste, de tweede of de laatste zin van een alinea.

Slide 23 - Diapositive

Lees deze alinea uit een tekst over honden. Wat is de kernzin?

1: Dat onschuldige, vrolijke of zielige hondensnoetje trekt een hond speciaal voor jou. 2: Met gezichtsuitdrukkingen communiceren honden namelijk met mensen. 3: Dat blijkt uit Brits onderzoek van de Universiteit in Portsmouth.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3

Slide 24 - Quiz

3

Slide 25 - Vidéo

01:06
Wat is de hoofdzaak uit deze korte tekst?

Slide 26 - Question ouverte

01:44
Wat zijn de bijzaken uit deze tekst?

Slide 27 - Question ouverte

02:46
Wat is de kernzin?
A
Drie jaar geleden bedacht Jip het plan chocoladeletters te verkopen voor Warchild.
B
Ik dacht dat ik er misschien 200 zou verkopen, maar het werden er veel meer.

Slide 28 - Quiz

Goed bezig!
Dit was het voor nu. Wil je extra oefenen? 
Ga dan nu naar de portal, trede 14.

Maak de opdrachten bij:
- dit is belangrijk!
- nuttig en nodig
- kom tot de kern

Hier heb je tot de volgende les tijd voor. Het is een onderdeel van de eindpresentatie, dus oefenen is altijd goed. 
Succes!

Heb je vragen? Stuur een bericht in de chat.

Groetjes!

Slide 29 - Diapositive