H7 4BB Energie

H7 Energie
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

H7 Energie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.1 Verbranden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vuur maken of doven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vlammen
Pauzevlam
Kleurloze vlam
Blauw ruisende vlam

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

volledige verbranding

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactieschema aardgas

methaan + zuurstof                           koolstofdioxide + water


Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.2 Verwarmen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GELEIDING
  • Als warmte zich verplaatst, dan noem je dit warmtetransport.
  • Warmtetransport door vaste stoffen vindt plaats door geleiding.
  • Warmtegeleiders geven warmte goed door.
  • Alle andere stoffen geleiden warmte minder goed. Deze stoffen noem je isolatoren.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
  • Een hete radiator geeft warmte af aan de lucht. De dichtheid van warme lucht is kleiner dan die van koude lucht. Daardoor stijgt de warme lucht op. De lucht in de kamer gaat door de hele kamer bewegen.
  • Deze beweging van lucht noem je stroming. Warme lucht gaat omhoog en koude lucht zakt omlaag. Stroming gebeurt niet alleen in lucht, maar ook in vloeistoffen en andere gassen.
  • Stroming is een soort warmtetransport.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

STRALING
  • Als je je hand vlak bij een hete radiator houdt, voel je de warmte. De warmte verplaatst zich door straling van de radiator naar je hand.
  • Elk voorwerp dat warmer is dan zijn omgeving straalt warmte uit. Die stralingswarmte noem je infrarode straling.
  • Straling is een soort warmtetransport.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur


-Celsius
-Kelvin

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur
  • Voor het meten van de temperatuur gebruik je een thermometer.
  • Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt het vloeistofniveau in de buis.
  • Omdat de stijgbuis erg nauw is, zie je de vloeistof al stijgen of dalen bij kleine Temperatuur verschillen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzetten en krimpen
Materialen zetten uit als hun temperatuur stijgt.
Materialen krimpen als hun temperatuur daalt.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bimetaal thermometer

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.3 Brandstof en milieu

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen
Voordelen: makkelijk te vervoeren en verbranden. 

Nadelen: versterkt het broeikaseffect, geeft luchtvervuiling, raakt op. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen

De vier fossiele brandstoffen zijn:

  1. aardolie
  2. aardgas
  3. steenkool
  4. bruinkool

Ze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Daarom zeggen we ‘fossiele’ brandstoffen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energie
Duurzame energiebronnen zijn bronnen die niet op kunnen en ook geen schadelijke stoffen uitstoten:
  • Windenergie
  • Zonne-energie
  • Waterkracht
  • Geothermische warmte
  • Biomassa
  • Voor de toekomst: Kernfusie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hernieuwbare grondstoffen
Raken niet op
ontstaan steeds opnieuw.  bomen groeien steeds terug.
Ook energie kan hernieuwbaar zijn.  (zon, wind)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energiebronnen
  • Sommige elektriciteitscentrales mengen fossiele brandstof met biomassa. Dit is afval van planten en mest van dieren.
  • Een duurzame energiebron raakt niet op en is minder schadelijk voor het milieu.
  • Deze elektrische energie noemen we groene stroom

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.4 Energie omzetten
verschillende manieren van energie opwekken
Energie omzetten
E = P x t

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thermische centrale
Chemische energie (kolen/gas)--> Elektriciteit

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kerncentrale
Kernenergie --> Elektriciteit

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windturbine
Bewegingsenergie --> Elektricische energie

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waterkrachtcentrale
Bewegingsenergie --> Elektrische energie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binas
energieomzettingen
Tabel 15

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energieomzetting lamp

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energieomzetting zonnepaneel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met Energie
Energie = Vermogen x tijd
E = P x t

kWh  =  kW  x  h

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave
Een zonnepaneel levert 5 uur lang een vermogen van 400 watt.
Bereken de geleverde energie in kWh.
gegeven:       P = 400 W of 0,4 kW     en    t = 5 uur
gevraagd:      E
formule:         E = P x t
berekening:  E = 0,4 x 5 = 2 kWh
antwoord:      E = 2 kWh

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten energie
Voorbeelden van energiesoorten zijn:

warmte
elektrische energie
stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van energieomzettingen
Voorbeelden van energieomzettingen zijn: 
  • het omzetten van elektrische energie in lichtenergie in een lamp 
  • het omzetten van chemische energie in thermische energie bij het verbranden van brandstoffen
  • het omzetten van zonlicht in elektrische energie in zonnepanelen.

Slide 35 - Diapositive

Geef enkele voorbeelden van energieomzettingen en leg uit hoe ze werken.

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Vraag 1 t/m 15

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions