herhaling voor SE H2, H6 en H7

herhaling voor SE H2, H6 en H7
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

herhaling voor SE H2, H6 en H7

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofeigenschappen:
  • Geleiding
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Gevaren-symbolen
binas tabel 24

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen
3 fasen
        - Vaste fase
        - Vloeibare fase
        - Gasfase



Ander woord voor fase is toestand

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen en faseovergangen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

volledige verbranding

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reactieschema aardgas

methaan + zuurstof                           koolstofdioxide + water


Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische reactie of faseovergang?
Als na het afkoelen van de stof dezelfde stofeigenschappen aanwezig zijn als voor het verwarmen van de stof, is het een natuurkundig proces

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zuivere stof en mengsel
zout is een zuivere stof, net als suiker, peper, meel, gedestilleerd water,
lucht is een mengsel, het bestaat uit meerdere kleine deeltjes, moleculen, zoals stikstof en zuurstof
kraanwater, sinaasappelsap, boter, verf zijn ook allemaal mengsels

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculen en atomen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.4 Temperatuur en Moleculen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maken oefentoets
opdr 1 t/m 8
en 11
Je hebt hier 10 minuten de tijd voor
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij geleiding verplaatst de warmte zich door een vaste stof.
• Een warmtegeleider geeft warmte goed door. Metalen zijn goede warmtegeleiders.
• Een isolator laat warmte niet of slecht door. Kunststof, hout, glas, wol en lucht zijn isolatoren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GELEIDING
  • Als warmte zich verplaatst, dan noem je dit warmtetransport.
  • Warmtetransport door vaste stoffen vindt plaats door geleiding.
  • Warmtegeleiders geven warmte goed door.
  • Alle andere stoffen geleiden warmte minder goed. Deze stoffen noem je isolatoren.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
  • Een hete radiator geeft warmte af aan de lucht. De dichtheid van warme lucht is kleiner dan die van koude lucht. Daardoor stijgt de warme lucht op. De lucht in de kamer gaat door de hele kamer bewegen.
  • Deze beweging van lucht noem je stroming. Warme lucht gaat omhoog en koude lucht zakt omlaag. Stroming gebeurt niet alleen in lucht, maar ook in vloeistoffen en andere gassen.
  • Stroming is een soort warmtetransport.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

STRALING
  • Als je je hand vlak bij een hete radiator houdt, voel je de warmte. De warmte verplaatst zich door straling van de radiator naar je hand.
  • Elk voorwerp dat warmer is dan zijn omgeving straalt warmte uit. Die stralingswarmte noem je infrarode straling.
  • Straling is een soort warmtetransport.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur


-Celsius
-Kelvin

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur
  • Voor het meten van de temperatuur gebruik je een thermometer.
  • Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt het vloeistofniveau in de buis.
  • Omdat de stijgbuis erg nauw is, zie je de vloeistof al stijgen of dalen bij kleine Temperatuur verschillen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzetten en krimpen
Materialen zetten uit als hun temperatuur stijgt.
Materialen krimpen als hun temperatuur daalt.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bimetaal thermometer

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binas
energieomzettingen
Tabel 15

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten energie
Voorbeelden van energiesoorten zijn:

warmte
elektrische energie
stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van energieomzettingen
Voorbeelden van energieomzettingen zijn: het omzetten van elektrische energie in lichtenergie in een lamp, 
het omzetten van chemische energie in thermische energie bij het verbranden van brandstoffen en het omzetten van zonlicht in elektrische energie in zonnepanelen.

Slide 27 - Diapositive

Geef enkele voorbeelden van energieomzettingen en leg uit hoe ze werken.
Fossiele brandstoffen
Voordelen: makkelijk te vervoeren en verbranden. 

Nadelen: versterkt het broeikaseffect, geeft luchtvervuiling, raakt op. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen

De vier fossiele brandstoffen zijn:

  1. aardolie
  2. aardgas
  3. steenkool
  4. bruinkool

Ze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Daarom zeggen we ‘fossiele’ brandstoffen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energie
Duurzame energiebronnen zijn bronnen die niet op kunnen en ook geen schadelijke stoffen uitstoten:
  • Windenergie
  • Zonne-energie
  • Waterkracht
  • Geothermische warmte
  • Biomassa
  • Voor de toekomst: Kernfusie

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maken oefentoets
opdrachten 12 t/m 26
Je hebt hier 15 minuten de tijd voor
timer
15:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aluminium
Het frame van een mountain-bike is van aluminium (afbeelding 5). Aluminium is een licht materiaal. Dat is fijn, omdat je met deze fiets wilt springen en klimmen. Je kunt hem gemakkelijk tillen.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume
Volume berekenen


 volume = lengte x breedte x hoogte

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

volume eind - volume begin = volume van voorwerp

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof

                 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid = Massa / Volume
Massa = Volume * Dichtheid
Volume = Massa / Dichtheid

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corrosie
-Reageren van metaal met zuurstof uit de lucht
-Corrosiebestendig maken (verven, beschermlaagje aanbrengen)

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspannen
Sommige materialen kun je gemakkelijk bewerken.

Je geeft vorm aan materiaal door stukjes weg te halen van het materiaal en dit noem je spanen

Je zegt dan dat een materiaal gemakkelijk verspaanbaar is.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval scheiden...
  • Papier
  • Glas
  • Metalen
  • Groen Fruit Tuin afval (GFT)
  • Elektrische apparaten
  • plastic (PMD)
  • textiel
  • klein chemisch afval (KCA)
  • rest afval

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recyclen
Niet al het afval is schadelijk. Je kunt veel afval hergebruiken of recyclen.
Recyclen – Uit afval weer nieuwe 
                       producten maken
(plastic, papier, glas en metaal)

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1 Grondstoffen verzamelen
Stap 2 Grondstoffen zuiveren en bewerken
Stap 3 Van het materiaal een halffabricaat maken
Stap 4 het eindproduct maken

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

eindproduct
van halffabricaat worden eindproducten gemaakt

metalen platen worden kookpannen 
van houten planken maak je een kast of een tafel

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1: Aluminium verzamelen

Bauxiet is de grondsoort die nodig is voor aluminium.

Bauxiet wordt uit de grond gehaald en bevat 30% tot 60% aluminiumoxide.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hernieuwbare grondstoffen
Raken niet op
ontstaan steeds opnieuw.  bomen groeien steeds terug.
Ook energie kan hernieuwbaar zijn.  (zon, wind)

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energiebronnen
  • Sommige elektriciteitscentrales mengen fossiele brandstof met biomassa. Dit is afval van planten en mest van dieren.
  • Een duurzame energiebron raakt niet op en is minder schadelijk voor het milieu.
  • Deze elektrische energie noemen we groene stroom

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maken oefentoets
opdrachten 9, 10, 27 t/m 35
je hebt hier 15 minuten voor
timer
15:00

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions