havo 1: les 44: interpunctie deel 1

Welkom havo 1A!

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Welkom havo 1A!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- map
- pen

Welkom havo 1A
timer
3:30
Ga zitten volgens de plattegrond. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag donderdag 16 mei: 
  • Herhaling les 32: moeilijke woorden
  • Huiswerk nakijken les 32
  • Uitleg les 44: leestekens
  • Oefenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je een woord leest waarvan je de betekenis niet kent?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeilijke woorden
Als je een moeilijk woord leest, kijk dan naar de context.
 
Context = 
gebruik de andere woorden in de zin om de betekenis van een moeilijk woord te raden.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeilijke woorden; 
vraag jezelf af: 

  • Wordt het woord uitgelegd eerder of later?
  • Zie jij een synoniem? > een ander woord met eenzelfde betekenis
  • Zie jij een tegenstelling?
  • Bestaat het woord uit een samenstelling van twee of meer woorden? 
  • Herken je woorden uit een andere taal? 
  • Zoek het woord op in een woordenboek.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag met het woord 'terecht' >>>

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'terecht' in deze context?

De straf die de voetballer kreeg was niet terecht. Het sloeg nergens op dat hij een jaar werd geschorst.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'terecht' in deze context?
Na uren zoeken was de hond terecht. Zijn baasje was dolblij.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Betekenis van 'terecht'
1. Na uren zoeken was de hond terecht.
= teruggevonden.
2. De straf die de voetballer kreeg was niet terecht.
= gerechtvaardigd.

=> Conclusie: context is belangrijk voor de juiste vertaling van het moeilijke woord.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen les 32 
Ik weet welke woordraadstrategieën er zijn om de betekenis van een moeilijk woord te raden. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laptop dicht
Pak erbij: 
huiswerk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet een krul of verbeter je antwoord.
Les 32, opdracht 1 en 2.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leestekens (les 28)
Goed opletten, straks komen er opdrachten. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open je laptop >>> 
opdrachten maken

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leestekens ken jij?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Leestekens
  • Punt
    -> aan het einde van een zin.
  • Vraagteken
    -> aan het einde van een vraagzin.
  • Uitroepteken
    -> aan het einde van een uitroep of bevel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PAS OP voetgangers
PAS OP, voetgangers
Leg het verschil uit.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

PAS OP voetgangers
PAS OP, voetgangers
Leg het verschil uit.
Antwoord: 
PAS OP voetgangers > de voetgangers moeten oppassen. 
PAS OP, voetgangers > iedereen moet opletten, want er kunnen voetgangers lopen. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Komma
Als je een pauze hoort:
  • Dat was niet eerlijk, vond de schrijver. 
Tussen de delen van een opsomming:
  • Thuis heb ik twee katten, een goudvis, vijf honden en een paard.
Tussen bijvoeglijk naamwoorden: 
  • Het was een hete, mooie zomer. 
Tussen twee persoonsvormen: 
  • Nu ik weer thuis ben, maak ik goed gebruik van de bank. 
Voor en nadat je iemand aanspreek: 
  • Meneer, zit de stekker wel in het stopcontact? 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Apostrof
  • twee oma's
  • opa's stoel
meervoud of bezit:
één oma  >
de stoel van opa  >

weglaten
zijn hond in Amsterdam>

bezitsvorm met s
de presentatie van Thomas
 
verkleinwoorden
de lolly
  •  z'n hond in A'dam
  • Thomas' presentatie
  • het lolly'tje

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn leestekens?
A
Alle tekens in een tekst
B
Alle letters in een tekst
C
Alle cijfers in een tekst
D
Leestekens bestaan niet

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(Leestekens en spaties)
De minister ........
A
zei: ' Ik wacht af. "
B
zei: "Ik wacht af."
C
zei:" Ik wacht af."

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele punt

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten deze leestekens?
" "
A
luchtkomma's
B
aerostrofen
C
citeerkomma's
D
aanhalingstekens

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanhalingstekens

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit:
-

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

- liggend streep
Op 3 manieren te gebruiken: 
  •  afbreekstreepje 
Als de zin langer is dan de regel, dan zorgt dit afbreekstreepje ervoor dat de zin leesbaar blijft. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- liggend streep
Op 3 manieren te gebruiken: 
  • koppelteken:
twee woorden aan elkaar koppelen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- liggend streep
Op 3 manieren te gebruiken: 
  • Weglatingsstreepje
Een deel van een woord laat je weg.

Slide 32 - Diapositive

t/m hier
Verbeter de zin:
In de zomer eet ik ijsjes chocoladesmaak en vanille en ook wel eens een pistacheijsje.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de zin:
In de zomer eet ik ijsjes chocoladesmaak en vanille en ook wel eens een pistacheijsje.

Antwoord: 

  • In de zomer eet ik ijsjes chocolade- en vanillesmaak en ook wel eens een pistache-ijsje.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de zin:
In de zomer eet ik ijsjes chocoladesmaak en vanille en ook wel eens een pistacheijsje.

Antwoord: 

In de zomer eet ik ijsjes chocolade- en vanillesmaak en ook wel eens een pistache-ijsje.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kort deze zin in:
In les 44 leer je alle spellingsregels en interpunctieregels.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Laptop dicht en in je tas.
Nodig: 
map en pen

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
6:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions