Week 4 les 1 Licht en schaduw

Week 4 les 2 Licht en schaduw
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Week 4 les 2 Licht en schaduw

Slide 1 - Diapositive

Vul in:
Licht komt van een:

Slide 2 - Question ouverte

Lichtstralen bewegen:
A
golvend
B
naar het licht toe
C
recht
D
soms recht, soms golvend

Slide 3 - Quiz

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kun je:
A
alleen zien in fel zonlicht
B
altijd zien
C
nooit zien
D
zien als er licht op valt

Slide 4 - Quiz

Om een voorwerp te kunnen zien, moet het:
A
licht geven
B
licht opnemen
C
licht terugkaatsen
D
vlak bij je ogen zijn

Slide 5 - Quiz

Om de schaduw van een voorwerp te tekenen, moet je twee bijzondere lichtstralen tekenen.

Hoe noem je die lichtstralen?

Slide 6 - Question ouverte

Vul in:
a Voorwerpen die zelf licht geven, noem je (A)
Licht beweegt langs (B) lijnen.
Als licht van een lichtbron wordt tegengehouden, ontstaat een (C)
.Je krijgt één duidelijk schaduwbeeld als een voorwerp wordt verlicht door (D)
.Je krijgt twee schaduwbeelden als een voorwerp wordt verlicht door (E)

Slide 7 - Question ouverte

Een scooter die buiten staat, is geen lichtbron. Toch kun je hem zien.
Leg uit hoe dat kan.

Slide 8 - Question ouverte

Lisa loopt op een zonnige dag door een dichtbegroeid bos. Ze ziet geen schaduw van zichzelf op de grond.

Leg uit hoe dat komt.

Slide 9 - Question ouverte

Het werkblad van een keuken moet goed verlicht zijn.
Milan zegt: “Het is beter als er vijf lampjes naast elkaar boven het werkblad zijn, dan één lamp in het midden. Zelfs als die ene lamp evenveel licht geeft.”
Leg uit waarom Milan gelijk heeft.

Slide 10 - Question ouverte

Wanneer zeg je dat een lamp 'direct licht' geeft?

Slide 11 - Question ouverte