Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Geef de namen van de faseovergangen 2 en 5.
Nummer 2
Nummer 5
Smelten
Stollen
Rijpen
Verdampen
Condenseren
Sublimeren
Slide 1 - Question de remorquage
In welke fase is water wanneer er condens op een koude ruit in de kamer zit.
A
vast
B
condenseren
C
vloeibaar
D
gas
Slide 2 - Quiz
Water verandert in ijs
Waterdamp verandert in drupels
IJs verandert in water
water verandert in damp
Condenseren
Bevriezen
Smelten
Verdampen
Slide 3 - Question de remorquage
1.
2.
3
4.
5.
6.
rijpen
vervluchtigen
smelten
stollen
condenseren
verdampen
Slide 4 - Question de remorquage
Voor welke faseovergangen dient de stof verwarmd te worden?
Nask leerdoel 27
A
sublimeren, condenseren, stollen
B
rijpen, smelten, verdampen
C
rijpen, stollen, verdampen
D
sublimeren, smelten, verdampen
Slide 5 - Quiz
Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?
A
eerst smelten, dan condenseren
B
eerst smelten, dan stollen
C
eerst smelten, dan verdampen
D
eerst verdampen, dan condenseren
Slide 6 - Quiz
Neerslag komt in twee toestanden voor: vast en vloeibaar. Bij welke soorten neerslag is het water vloeibaar?
A
dauw
B
sneeuw
C
regen
D
rijp
Slide 7 - Quiz
Hoe heet de neerslag die je in de zomer 's ochtends op bomen en planten kunt vinden?
A
ijzel
B
dauw
C
regen
D
rijp
Slide 8 - Quiz
Tijdens een willekeurige winterdag zit er veel waterdamp in de lucht. Vervolgens daalt de temperatuur ’s nachts naar −4 °C. Wat zul je de volgende ochtend op de takken vinden?
A
rijp
B
waterdruppels
C
waterdamp
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Mengsel
Smelttraject
Kooktraject
Slide 11 - Diapositive
Zuivere stof
Smeltpunt
Kookpunt
Slide 12 - Diapositive
Kokend water: wat zit er in de belletjes
A
zuurstof
B
lucht
C
waterdamp
D
stikstof
Slide 13 - Quiz
Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van
water verlagen.
Slide 14 - Diapositive
Smelt-en stoldiagram
Bij een smeltdiagram zie je
verschillende fasen-en overgangen
als je warmte toevoegt.
Slide 15 - Diapositive
Het smeltdiagram van stearinezuur.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
kookpunt
smeltpunt
smelten
Condenseren
Verdampen
stollen
Slide 18 - Question de remorquage
(s)+(l)
(g)
(g)+(l)
(l)
(s)
Slide 19 - Question de remorquage
Sleep de juiste faseovergang naar de juiste plek.
a. Welke faseovergang vindt plaats van 1 naar 2?
b. Welke faseovergang vindt plaats van 2 naar 3?
c. Welke faseovergang vindt plaats van 3 naar 4?
d. Welke faseovergang vindt plaats van 4 naar 1?
Smelten
condenseren
verdampen
stollen
Slide 20 - Question de remorquage
Het kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Welke van de volgende uitspraken in waar?
A
Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water toe.
B
Als water kookt, dan blijft de temperatuur van het water gelijk.
C
Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water af.
Slide 22 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast goed en beantwoord de volgende vraag:
Wat is het stolpunt van paraffine?
A
65 graden
B
53 graden
C
45 graden
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Onder welke temperatuur is alcohol een vaste stof?
Slide 25 - Question ouverte
Boven welke temperatuur is propaan een gas?
Slide 26 - Question ouverte
Boven welke temperatuur is ijzer een vloeistof?
Slide 27 - Question ouverte
Onder welke temperatuur is ijzer een vaste stof?
Slide 28 - Question ouverte
Welke fase is water van 200 graden Celsius?
Slide 29 - Question ouverte
Welke fase is alcohol van -100 graden Celsius?
Slide 30 - Question ouverte
Welke fase is stikstof van -273 graden Celsius?
Slide 31 - Question ouverte
Welke fase is kwik van -20 graden Celsius?
Slide 32 - Question ouverte
Welke fase is glycerol van 300 graden Celsius?
Slide 33 - Question ouverte
Smeltpunt hoort bij:
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 34 - Quiz
Is de smeltcurve hiernaast van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 35 - Quiz
Is dit een stoldiagram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 36 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast. Is dit een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
C
Kun je niet zeggen
Slide 37 - Quiz
(klik op het plaatje) Het is -45 C welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 38 - Quiz
(klik op het plaatje) Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 39 - Quiz
Kwik is een...bij kamertemperatuur
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gas
Slide 40 - Quiz
Natrium is een...
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gas
Slide 41 - Quiz
Butaan is een ...
A
vaste stof
B
vloeistof
C
gas
Slide 42 - Quiz
De spiegel in de badkamer beslaat, dit is ...
A
Stollen
B
Smelten
C
Verdampen
D
Condenseren
Slide 43 - Quiz
De zeep ruik je door de fase-overgang
A
vervluchtigen
B
verdampen
C
stollen
D
rijpen
Slide 44 - Quiz
Wat is de fase van het zand bij kamertemperatuur ?