Werkwoord Herhalingsavontuur

Werkwoord Herhalingsavontuur
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoord Herhalingsavontuur

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je werkwoorden identificeren en correct gebruiken in zinnen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over werkwoorden?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn werkwoorden?
Werkwoorden zijn woorden die een handeling, een toestand of een gebeurtenis uitdrukken, zoals lopen, eten, slapen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infinitief
De infinitief van een werkwoord is de 'hele' vorm van het werkwoord, zoals 'lopen', 'zwemmen', 'spreken'.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd gebeurt een handeling nu, bijvoorbeeld 'Ik loop', 'Hij eet'.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verleden tijd
In de verleden tijd gebeurde een handeling in het verleden, bijvoorbeeld 'Ik liep', 'Hij at'.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling is voltooid, bijvoorbeeld 'gelopen', 'gegeten'.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Werkwoordvormen
Laat de studenten zinnen vormen waarin ze de juiste werkwoordvormen gebruiken: infinitief, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspel
Speel een interactief spel waarbij de studenten de juiste werkwoordvormen moeten kiezen voor gegeven zinnen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassing in zinnen
Laat de studenten creatieve zinnen bedenken waarin ze verschillende werkwoordvormen correct gebruiken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfevaluatie
Laat de studenten individueel een werkblad invullen waarin ze werkwoordvormen moeten toepassen in zinnen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de studenten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.