3 EVO argumenten

3 EVO argumenten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 EVO argumenten

Slide 1 - Diapositive

Argumenten Evolutie
Fossielen
Overeenkomsten in bouw en DNA
Rudimentaire organen

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn fossielen?
Fossielen zijn versteende afdrukken van organismen

Slide 3 - Diapositive

Fossielen
1. Overblijfselen raken bedolven en 
sedimentlagen isoleren karkas.
2. Zachte delen rotten (vaak) weg.
3. Na verloop van tijd verstenen de harde delen door water, mineralen en aarddruk.
4.  Door aardverschuiving of menselijke activiteit wordt het versteend overblijfsel zichtbaar.

Slide 4 - Diapositive

Fossielen
  • Diepere aardlagen zijn eerder ontstaan.
  • Hoe ouder, des te meer verschil met de huidige diersoorten

Slide 5 - Diapositive

Overeenkomsten in bouw en DNA
  • Organismen met een zelfde 'bouwplan'.
  • DNA is tegenwoordig 'af te lezen' en laat overeenkomsten zien

Slide 6 - Diapositive

Overeenkomst in DNA

Slide 7 - Diapositive

Zelfde 'bouwplan', aangepast aan functie.

Slide 8 - Diapositive

Rudimentaire organen

  • Organen die niet meer nodig zijn verdwijnen
  • Resten zijn soms nog terug te vinden in organismen

Slide 9 - Diapositive

Achterpoten waren niet meer nodig

Slide 10 - Diapositive

Maak nu het huiswerk in de lessonup in de klas-link

Slide 11 - Diapositive

Wat is evolutie?
A
Het veranderen van een individueel organisme
B
De ontwikkeling die een organisme doormaakt
C
Het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
Het groter worden van een populatie

Slide 12 - Quiz

Is een mummie een fossiel?
A
Ja
B
Weet ik veel
C
Nee

Slide 13 - Quiz

Anouk zegt dat fossielen altijd afkomstig zijn van soorten die zijn uitgestorven. Laura zegt dat fossielen aantonen dat er in de loop van de evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan.

Wie heeft gelijk?
A
Alleen Anouk
B
Alleen Laura
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

Mutaties zijn niet noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld?
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 16 - Quiz

Welke term omschrijft de afbeelding hiernaast het beste?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie
C
Variatie
D
Evolutie

Slide 17 - Quiz

Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is geen argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Overeenkomst in bouw bij organismen
C
Overeenkomst in DNA bij organismen
D
Mensen worden ouder

Slide 19 - Quiz

Welke rudimentaire organen heeft een mens? (meerdere mogelijk)
A
verstandskiezen
B
dikke darm
C
ruggenwervels
D
kippenvel

Slide 20 - Quiz

Als een mens de komende 1.000 jaar verder evolueert, wat is er dan verandert? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Question ouverte