MCAWIS dt4 lj4 week 1 les 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Programma

1. Start H4

2. Vragen stellen/zelf verder werken

3. Samen afsluiten

Doelen:

Ik kan telproblemen met een boomdiagram in kaart brengen

Hoofdstuk 4 

Systematisch tellen

Dit hoofdstuk leer je antwoord te geven op vragen als:

1. hoeveel verschillende pincodes bestaan er?

2. hoeveel verschillende top-3 lijsten kan je samenstellen uit 100 nummers?

3. op hoeveel verschillende manieren kan je drie broeken met 6 shirtjes combineren?

4. op hoeveel verschillende manieren kan je in een klas 2 klassen-vertegenwoordigers kiezen?

5. op hoeveel verschillende manieren is van twee klassen-vertegenwoordigers één klassen vertegenwoordiger één meisje en één jongen?

Ik gooi vier dobbelstenen. Op hoeveel manier kan ik in totaal 4 gooien?

1. 4
2. 0
3. 1
4. 8

Ik krijg bij de pizzeria de volgende keuzes
1) groot of klein
2) tomatensaus, witte saus of geen saus
3) ham, rosbief of carpaccio
Hoeveel verschillende pizza's zijn er ?

1. 8
2. 18
3. 16
4. 12

Ik gooi met 2 gewone dobbelstenen. Op hoeveel manieren kan ik 7 gooien?

1. 5
2. 7
3. 6
4. 8

Je laat de schijven hiernaast één keer draaien en telt de uitkomsten op. In de situatie hiernaast is de som 10. Op hoeveel manieren krijg je dat de som 8 is?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Voorkennis

• Bij oplossen van telprobleem is een boomdiagram een goed hulpmiddel
• Een boomdiagram laat zien om welke keuzes het gaat
• Elke keuze is weergegeven als een 'tak'
• Elke route van het beginpunt naar het eindpunt is een mogelijkheid bij een telprobleem

4.1 Mogelijkheden tellen

Bij oplossen van telprobleem is een boomdiagram een goed hulpmiddel

Je hebt 2 soorten boomdiagrammen:

• regelmatige boomdiagram: aantal vertakkingen is bij elk punt in een kolom gelijk
• Onregelmatig boomdiagram: aantal vertakkingen is bij elk punt in een kolom niet gelijk

4.1 Mogelijkheden tellen

Boomdiagram maken:

• bepaal hoe vaak je moet kiezen, dat is het aantal kolommen van je boomdiagram. Zet boven elk kolom waarover je moet kiezen
• Bepaal je keuzemogelijkheden van je 1e keuzemoment en zet die bij elke tak
• Bij elk uiteinde van de tak bepaal je hoeveel keuzemogelijkheden je hebt in het volgende keuzemoment (volgende kolom). Elk keuzemogelijkheid is weer 1 tak.
• Doe dit voor elk keuzemoment (elke kolom)

Aan de slag!

Wat: voorkennis H4 en 4.1

Hoe? In rustig overleg met je groepje

Klaar? Nakijken en werken aan een ander vak