Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Werkwoordspelling

Wat is de werkwoordstijd van deze zin?
Jullie zullen een voldoende kunnen halen.

1. vttt
2. ott
3. ovtt
4. ottt

gebiedende wijs

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar
3. Een beetje waar, een beetje niet waar

Een gebiedende wijs is:

1. u-vorm
2. hele werkwoord
3. hij-vorm
4. gebod of bevel

Wat is de gebiedende wijs van: worden

1. word
2. wordt

Wat is de gebiedende wijs?

1. Wees eens rustig.
2. Morgen kom je om 8 uur op school.

Gebiedende wijs

1. Bindt dit touw vast!
2. Bint dit touw vast!
3. Bintd dit touw vast!
4. Bind dit touw vast!

Gebiedende wijs

1. Wordt niet boos!
2. Wort niet boos!
3. Wor niet boos!
4. Word niet boos!

Leg in een paar zinnen uit wat we bedoelen met de kofschip-regel ('t ex-kofschip / 't sexy fokschaap)

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

werkwoordspelling

1. Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
2. Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Wat is de juiste spelling?

1. Hij zaagd het hout.
2. Hij zaagt het hout.
3. Hij zaagdt het hout.

werkwoordspelling

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

werkwoordspelling

1. Gisteren verhuisde we naar Waalwijk.
2. Gisteren verhuiste we naar Sprang-Capelle.
3. Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
4. Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.

Vervoeg het ww: De docent had de leerling toestemming (verlenen) om later in de les te komen.

Wat is de werkwoordstijd van deze zin:
Zouden jullie naar het feest zijn gegaan?

1. ovt
2. vvtt
3. vtt
4. vttt

Wat is de werkwoordstijd van deze zin?
Ajax kan kampioen worden.

1. vvt
2. ovtt
3. ott
4. vvtt