week 21 terminar la tarea 3

Buenos días
miércoles, 20 de mayo
¿Qué vamos a hacer?
  • repaso adverbios + muy/mucho
  • corregir los deberes
  • frases para traducir
  • diferentes maneras para decir "estoy bien". 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Buenos días
miércoles, 20 de mayo
¿Qué vamos a hacer?
  • repaso adverbios + muy/mucho
  • corregir los deberes
  • frases para traducir
  • diferentes maneras para decir "estoy bien". 

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld mindmap

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

La ensalada lleva __________ aceite. (veel)

Slide 4 - Question ouverte

El nuevo edificio es ___________ grande.

Slide 5 - Question ouverte

Hay____________ agua.

Slide 6 - Question ouverte

Hay ___________ agua.

Slide 7 - Question ouverte

Ana tiene ____________ amigas. (veel)

Slide 8 - Question ouverte

Javi siempre come ____________ (veel)

Slide 9 - Question ouverte

Mi hermana es __________ habladora.

Slide 10 - Question ouverte

Yo trabajo mucho.
mucho is hier:
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Frases para traducir:
  1. Ik ga met de bus naar school. Met de bus gaan is snel. 
  2. Maar met de fiets gaan is goedkoop. 
  3. ¿Hoe gaan jullie naar het centrum? Te voet of met de auto?
  4. De toeristen gaan met de boot op excursie.
  5. In de vakantie gaan we met het vliegtuig naar México.
  6. Ik studeer veel want morgen hebben we een examen.
  7. Er zit teveel suiker in de koffie. 
  8. Er zijn weinig mensen op school nu. 

Slide 13 - Diapositive

  1. Voy al colegio en autobús. Ir en autobús es rápido.
  2. Pero ir en bici es barato.
  3. ¿Cómo vais al centro? ¿A pie o en coche?
  4. Los turistas van de excursión en barco.
  5. En las vacaciones vamos a México en avión.
  6. Estudio mucho porque mañana tenemos un exámen.
  7. Hay demasiado azúcar en el café.
  8. Hay poca gente en en colegio en este momento. 

Slide 14 - Diapositive

10

Slide 15 - Vidéo

02:50
Vicente realiseert zich dat hij een fout heeft gemaakt in de zin achter hem op het bord. Welke fout is dat?

Slide 16 - Question ouverte

03:22
Omschrijf in je eigen woorden wanneer je op de vraag ¿Qué tal? zou antwoorden met: "Ahí vamos."

Slide 17 - Question ouverte

04:05
"Aquí, tirando......" is bijna hetzelfde als "Ahi vamos". Wat is volgens Vicente het verschil?

Slide 18 - Question ouverte

05:08
Welke uitdrukking wil Vicente hier niet hardop zeggen? Wat is heel belangrijk om over deze uitdrukking te weten?

Slide 19 - Question ouverte

05:49
"Bien, no me puedo quejar".
Wanneer reageer je op deze manier?

Slide 20 - Question ouverte

06:32
Waarom voelt Vicente zich vandaag "estupendamente". Wanneer gebruik je dit?

Slide 21 - Question ouverte

07:08
Wat zegt Vicente in dit stukje over de verschillende manieren om te zeggen hoe het gaat?

Slide 22 - Question ouverte

08:07
Wanneer gebruik je: "No podría estar mejor".

Slide 23 - Question ouverte

08:59
"Mucho mejor, gracias por preguntar".
Wanneer zeg je dit?

Slide 24 - Question ouverte

09:30
Geef antwoord op de vraag die Vicente stelt.

Slide 25 - Question ouverte

¿Cómo estás?
  • ¡Ahí vamos!
  • ¡Aquí tirando!
  • ¡Estoy de @#*a madre!
  • ¡Bien, no me puedo quejar!
  • ¡Estoy estupendamente!
  • ¡No podría estar mejor!
  • !Mucho mejor, gracias por preguntar.

Slide 26 - Diapositive

Deberes
Miércoles, 27 de mayo
Test "portafolio" en LessonUp Tarea 3
Zorg dat je in LessonUp kunt!!!!!

LessonUp toetsen zijn nagekeken. Check je resultaten. 

Slide 27 - Diapositive